Gevoelens met meer lading
In mijn werk weet ik uit ervaring dat gevoelens hun oorsprong kunnen hebben in oude onverwerkte ervaringen uit de kindertijd. Ik heb het dan niet over de gewone dagelijkse gevoelens die komen en gaan, die een directe respons zijn op gebeurtenissen van die dag. Het gaat mij om de gevoelens die meer lading bij zich dragen. Die misschien wel deels over het nu gaan, maar waarvan de intensiteit niet klopt bij het nu. Die intensiteit is het signaal dat er oud zeer is geraakt, en dat oude zeer ‘rammelt’ vervolgens mee in je reactie nu. Een eigen ervaring Ik ben aardig bedreven geraakt in het herkennen van die lading, zowel bij mezelf als bij mijn cliënten. Maar deze keer had ik toch zelf een paar maanden lang niet door dat ik te maken had met een oud onverwerkt gevoel. En wat maakte het enorm veel uit toen de lading van het gevoel op de juiste plek werd gelegd; nl. in het verleden. Ik neem je mee in hoe het is gegaan: Het startte met een zachtjes aan zwellen van depressieve gevoelens; het leven voelde wat zwaar, het werd me soms te veel, ik herstelde wel weer maar dan kwam de volgende klap, en het kostte me allemaal meer moeite. Daarnaast voelde ik me meer alleen, leeg, vermoeid, gewoon niet meer zo gelukkig. Ik legde de oorzaak bij alles aan wat er de laatste tijd op mijn pad was gekomen; breuken in belangrijke relaties, teleurstelling in mensen, letterlijk meer alleen komen te staan. Ook ontwikkelingen in de wereld om me heen stemden me niet gelukkig en vol vertrouwen. En daarnaast was mijn werk als haptotherapeut, een stevige poot in mijn leven waar ik heel blij mee ben, ook in uren flink aan het terug lopen. Ik kan goed met gevoelens en verwerking om gaan, maar kennelijk werd het me nu toch te veel. Althans; dat dacht ik. Ik heb contact met kinddelen in mezelf: jonge delen die afgesplitst zijn tijdens traumatische gebeurtenissen in mijn jeugd. Maar als ik met hen checkte leek de oorzaak van deze gevoelens toch niet bij hen te liggen. Dan moest het toch wel echt over het nu gaan, dacht ik. Ik ken mezelf niet in depressieve gevoelens; ik kan van heel veel zaken last hebben: woede en angst zijn zeer vertrouwd, verdriet ken ik ook, maar dat zware gevoel van alleen, en alles is te veel, kende ik eerder eigenlijk niet. Misschien boorde ik een diepere laag in mezelf aan? Dat bleek inderdaad zo te zijn, alleen zat het toch iets anders dan ik dacht! Wat als de gevoelens toch bij vroeger horen? Toevallig sprak ik een collega die een scriptie aan het schrijven was over prenataal trauma; trauma voor je geboorte, in de baarmoeder. Ik wist wel van het bestaan van prenataal trauma af; o.a. Anna Verwaal heeft daar hele duidelijke dingen over gezegd. Ik wist ook dat ik zelf prenataal nare dingen had mee gemaakt; dat was al lang geleden in een therapie aan de orde geweest. Maar ik had er totaal niet aan gedacht dat mijn depressieve gevoelens van nu daarmee te maken zouden kunnen hebben. Ineens legde ik de koppeling, zouden de gevoelens daarmee samen hangen? Vervolgens heb ik twee keer contact gemaakt met de depressieve gevoelens, vanuit de logica van wat ik wist dat er prenataal bij mij is gebeurd. Twee keer maximaal een half uur, verkennen, en dat hele jonge deel in mij steunen. Zo veel winst De depressieve gevoelens waren daarna weg. Er was niets veranderd aan mijn situatie nu, maar ik had een totaal andere beleving; ik had weer een opgeruimd gevoel en zat lekker in mijn vel, voelde humor, plezier en kracht. Daarbij ontstond nog een ander effect: mijn praktijk begon weer flink aan te trekken. Spontaan. Ik heb niets gedaan aan PR. En dit was precies de volgorde: eerst herstelde mijn gevoelsevenwicht, toen trok het werk weer aan. Niet andersom. Hoe fijn is dat? Dat door innerlijk je balans te vinden, je draagkracht herstelt, en het gevoel van verbonden zijn, van plezier en van kracht. Én dat de buitenwereld reageert op dat herstelde evenwicht. Hoe het werkt Het is in mijn visie van essentieel belang om gevoelens op de juiste plek te leggen. Dan pas kun je ze echt opvangen en herstellen. Zolang een lading van toen blijft plakken aan het nu, zit je vast. En ja dat kan dus ook gaan over de prenatale periode, of over net na de geboorte, of over de eerste drie jaar, waar je geen bewuste herinnering aan hebt. Kun je daar contact mee maken? Ja, dat contact wàs er nl. al; via die geraakte gevoelens. Het was alleen een kwestie van herkennen dat dit zou kunnen spelen. En de gevoelens opvangen als horend bij toen. Ik sla dan mijn armen om mezelf heen, en leef me in, als de volwassene die ik nu ben, in wat ik als baby in de buik heb mee gemaakt. Ik besef, door de depressieve gevoelens van nu, hoe zwaar het toen kennelijk is geweest, en hoe alleen. Als ik mezelf op die manier steun, komen vanzelf de tranen. Tenminste, àls je afstemming raak is. Als je ernaast kleunt in hoe je vermoedt dat het zou kunnen zitten, krijg je geen respons van je lichaam; van de onbewuste gevoelsherinnerings-laag die in je lichaam is opgeslagen. Niet elke herinnering is een plaatje in je hoofd, of b.v. een geur die iets los maakt, het kan ook om besef gaan vanuit je lichaam; een lichaamsherinnering. Misschien werkt het contact bij jou weer net anders; iedereen heeft een eigen manier van afdalen in en toegang krijgen tot de innerlijke roerselen die diep in je onderbewuste, in je lichaam liggen opgeslagen. Samen kunnen we die weg wel vinden.
0 Kommentare
Het lichaam wat je bent
Haptotherapeuten werken niet met de technische, medische, functionele kant van je lichaam, maar met de voelende, ervarende, belevende kant. Het gaat niet om het lichaam dat je hébt, maar om het lichaam dat je bént. Hoe jij jezelf ervaart als je knuffelt of stampvoet of stoeit of danst. Het gaat om het lichaam waarin je voelt hoe het met je is, jouw bezielde lichaam. En waar ‘woon’ jij dan in dat bezielde, ervarende lichaam? Als je lichaam een huis zou zijn, woon jij dan op zolder, in je hoofd? In de woonkamer, het midden, of ook in de kelder, je voeten? Waar voel je jezelf het meest, en waar voelt het meer ver weg? Voelen je voeten ver weg? Toch zijn je voeten evengoed jij. Maar hoe meer jij in je hoofd ‘woont’, hoe verder weg je voeten voelen. Woon je op zolder? Veel mensen in onze westerse maatschappij wonen vrij hoog in hun lichaam; in hoofd en borst, boven hun middenrif. Ze varen op ratio, verstand, controle, en wilskracht; je schouders eronder zetten. Als je zo hoog in je lichaam zit, heb je vaak last van spanning in nek en schouders, en adem je meer in je borst dan in je buik. Daarnaast kan je hoofd vol of druk aanvoelen, en kun je vaker hoofdpijn hebben. Het middenrif zelf is een plek waar regelmatig angst wordt vast gezet. Ga je daar net boven zitten, qua contact, dan hoef je de angst niet te voelen, lekker rustig. Je veiligheid zoek je door hard je best te doen; wilskracht, en goed op te letten; hoofd, controle. Daar hangt wel een prijskaartje aan: het kost een hoop energie, wat weer kan leiden tot b.v. burn out klachten. Basisveiligheid In de haptotherapie leer je de angst vanuit de basis te gaan dragen. De basis is het gebied in je bekken. Je bekken is fysiek dragend voor je romp, hoofd, armen. Dit gebied is ook emotioneel dragend; als je in het bekkengebied woont heb je letterlijk rust in je kont. Je ervaart acceptatie en vertrouwen, en je kunt makkelijker angst en andere lastige emoties opvangen. Nu krijg je die basis beter of minder goed mee in je jeugd, afhankelijk van hoe goed de basis van je ouders is. Bij een tekort aan ervaren basisveiligheid ga je compenseren door hoog te wonen, en te veel op ratio en wilskracht te leunen. Het blijft echter compenseren. Je mist basisveiligheid; het in je lichaam ervaren van rust, acceptatie, zelfvertrouwen en draagkracht. Als je basis goed is sta je steviger op je eigen benen en voeten, het contact met je ‘stutten’ is goed. Je woont ook in de kelder. Hoe kun je zakken? Nu heeft het natuurlijk geen zin om te willen zakken op wilskracht. Wilskracht heb je juist extra ingeschakeld om het tekort aan basis te compenseren. Je zult met voelen moeten werken. Als je kunt accepteren dat je basis wellicht niet zo goed is als je hoopte, en als je dat gewoon mag voelen, ervaren, er eventueel last van mag hebben, dan schakelt je basis ongemerkt zachtjes in. Door voelen en accepteren. Niet door focus en willen, niet door je best doen. Je kunt ook je basis ‘voeden’ door op je handen te zitten of liggen, en door af te tasten wat in het gebied van je bekken te ervaren is. Voelt het leeg van binnen of gevuld, hard of zacht, stromend of vast. Voelt het van binnen als beton, of lucht? Of piepschuim, of klei? Het enige wat je hoeft te doen is voelen wat er is in jouw basisgebied, erbij blijven, terwijl je ook de rest van je lichaam blijft ervaren. Laat je raken door wat er is. Niet sturen. Vertrouw dat je gevoel de weg weet, als jij je er niet mee bemoeit. Gevoel wat ruimte krijgt beweegt vanzelf naar een beter evenwicht. Je hoofd volgt wat er gebeurt. Hoofd boven water houden Soms schiet je kin in dat zakken ineens omhoog; een signaal dat loslaten en er alleen maar zíjn spannend voelt, of dat je stuit op iets wat je er in dat hoog zitten vakkundig onder had gehouden. Die kin omhoog lijkt een beetje op kinderen die water trappen en nog niet zo goed kunnen zwemmen; die hun hoofd boven water houden. Eigenlijk ga je dan weer terug naar alert zijn, controle. En ja, soms moet je door angst (en andere gevoelens) heen om echt in je basis aan te komen. De kunst is om je aan dat proces toe te vertrouwen, te blijven voelen dat het veilig is om angst toe te laten. Zo kom je zachtjes steeds meer aan in een houding van overgave, toevertrouwen, basisveiligheid. Zo kom je steeds meer aan in je hele zelf, in plaats van dat je op zolder blijft wonen. Ik worstel al langer met de maatregelen die de regering ons oplegt n.a.l.v. corona. Ik vind ze onlogisch, de berichten tegenstrijdig, en voor kritische vragen lijkt geen ruimte te zijn.
In mijn praktijk wil ik dat iedereen zich veilig voelt, dus ben ik mee gegaan met alle regels. Ik heb me niet uitgesproken over mijn zorgen, want dat is niet mijn taak als therapeut; jullie komen bij mij met je eigen zorgen, klachten en problemen, en mijn taak is om je te helpen met dat waar jij persoonlijk aandacht voor wil. Tot nu. Dit is mijn grens. Mijn verantwoordelijkheid Ik vind namelijk dat ik als gezondheidsprofessional een verantwoordelijkheid heb. Vanuit mijn opleiding, kennis en ervaring heb ik een specifieke kijk op recente ontwikkelingen. Als haptotherapeut heb ik verstand van psychische gezondheid, en van hoe lichaam en gevoel essentiële aspecten zijn van ons menszijn. Ik weet hoe mensen steeds meer tot hun recht komen als ze denken en doen, willen en voelen in zichzelf integreren. Ik help je met name met de voel-poot in dit verhaal. Voelen en ervaren in je lichaam, wat iets met je doet, wat er in je gebeurt, wat er geuit wil worden, hoe je je verbonden voelt met jezelf en met de ander, hoe basaal die behoefte aan verbinding is, en hoe goed het doet om je in een contact gezien, gekend en bevestigd te voelen. Vanuit deze kennis en ervaring maak ik mij zorgen over recente ontwikkelingen. Druk en dwang Wat is er gaande, in Nederland en daarbuiten? Ik zie toenemende druk en dwang, op het gebied van testen en vaccinatie. Hoewel wij nog geen directe vaccinatieplicht kennen, wordt er een enorme druk uitgeoefend om je wel te laten vaccineren. Ik sta vanuit mijn vak even stil bij wat dat betekent. Als haptotherapeut werk ik niet met het lichaam wat je hèbt, maar het lichaam wat je bènt. Niet met het geobjectiveerde lichaam waar je in kunt snijden en spuiten, wat je technisch, medisch kunt behandelen, als ware het een auto die je naar de garage brengt. Ik werk met jouw unieke lichaam, dat uitdrukt wie je bent, wat je ervaart, waarin je voelt dat je uitreikt en je opent voor het goede en fijne, of terug deinst en sluit voor dat wat niet goed voelt voor jou. Jouw lichaam waar je knuffelt en lief hebt, op staat voor je rechten, kinderen baart, kwetsbaarheid kent en ook juist kracht. Je lichaam is de plek waar je ervaart hoe jij je authentiek uit drukt, echt bent, jezelf bent. Elke druk en dwang op medisch, functioneel behandelen van je lichaam verwijdert je van de innerlijke verbinding van jezelf met je lichaam, van het vanzelfsprekend jezelf zijn in je lichaam. Het is aan jou om, in alle vrijheid, te kiezen voor wel of niet nemen van een vaccin. Vanuit jouw eigen afweging, waarin verstand en gevoel en eerdere ervaringen hun plek hebben. Medische dwang is funest voor een psychisch gezond functioneren. Dwang om deel te nemen aan een medisch experiment (de vaccins zijn in de experimentele fase) is mijns inziens geweld. Medische apartheid En dan zijn we er nog niet. Inmiddels krijgen we ook te maken met medisch apartheid: per 25 september mogen niet- gevaccineerden niet meer vrij deelnemen aan het openbare leven; zij worden geweigerd in horeca, bij evenementen en bij kunst en cultuur. Behalve als ze net negatief getest zijn. Ook hier ontgaat de logica mij compleet aangezien gevaccineerden volgens de site van de Rijksoverheid nog steeds corona kunnen krijgen en doorgeven. Hoezo mogen zij dan wel overal komen? Het toekennen van rechten aan de ene groep en de andere groep daarvan uitsluiten op medische gronden, is bij mijn weten nooit eerder gebeurd, en vind ik verwerpelijk. Ook dreigen werkgevers mensen te ontslaan als ze zich niet laten vaccineren. Er ontstaat een splitsing tussen wel- en niet gevaccineerden. Hoe zie ik deze ontwikkeling vanuit mijn vak? Mensen zijn contactwezens. Wij gedijen bij een veilige verbinding met anderen. Contact is een basisbehoefte. Erbij horen is een basisbehoefte. Eenzaamheid, veroordeling, uitsluiting doen pijn. Zo simpel is het. Iedereen wil respect en ruimte voor eigen keuzes, terwijl je deel blijft uitmaken van de maatschappij. Mijn mening is: Dit moeten we niet accepteren, dit gaat echt te ver, en is schadelijk voor iedereen. De basis van de samenleving berust op vrijheid en verbondenheid, en beiden worden nu aangetast. Authentiek zijn De kern van haptotherapie is mensen begeleiden naar authentiek leven, vanuit je eigen, gevoelde en doorleefde waarheid, verbonden met de ander. Waarbij iedereen van waarde is, en vanuit eigenheid bij draagt aan de maatschappij. Authentiek leven maakt gelukkig. Het is niet altijd makkelijk. Zoals ik me nu hier uit spreek, daar kan ik kritiek op krijgen. En dat is oké. We kunnen met elkaar in gesprek, en we kunnen elkaars verschillen respecteren. Als ik mensen wil begeleiden naar authentiek leven, dan hoort daar ook bij dat ik me zelf uit spreek als iets voor mij essentieel is. En dat is nu. Tot besluit: Het is duidelijk dat ik me flinke zorgen maak over recente ontwikkelingen in de maatschappij. De mate van dwang en onvrijheid passen mijns inziens niet in een gezonde samenleving. Mijn conclusie is dan ook: De toegang tot mijn praktijk wordt momenteel nog niet belast door regels en uitsluiting. Mocht dat in de toekomst gevraagd worden, dan zal ik daar niet aan mee doen. Ik doe niet mee aan medische apartheid, testen voor toegang, of welke andere dwang dan ook. Bij mij ben je welkom als mens, hoe dan ook. Soms is burgerlijke ongehoorzaamheid gezond en nodig om jezelf trouw te zijn, te leven volgens wat je zelf voelt en ziet als goed en kloppend. Ik nodig je uit om ook zelf jouw standpunt in de recente ontwikkelingen te bepalen, te voelen wat voor jou wezenlijk en van waarde is, en te staan voor wie je bent. Als we van daaruit met elkaar in gesprek blijven, kunnen we in respect verbonden blijven, als waardevolle mensen in een samenleving. Besef dat oude angsten geraakt kunnen worden
Het zijn vreemde tijden met het coronavirus en alle maatregelen die zijn genomen. Het overvalt ons in ons dagelijks leven, en het raakt iedereen. In mijn praktijk zie ik hoe er bij mensen op een onbewust niveau angst is geraakt. Ze vertellen me: ‘Rationeel weet ik dat het allemaal nog wel mee valt hier, maar ik voel me toch steeds onrustig’. Ik ga dan met ze kijken of er oude angstlagen zijn geraakt. Wat ik daarmee bedoel? Niemand is perfect opgevoed en groot gebracht. Bij iedereen gaat wel wat mis, bij de één meer dan bij de ander. Misschien waren je ouders niet zo van het voelen, moest je niet zeuren en gewoon door gaan. Misschien waren ze zelf angstig, en konden ze jou niet goed helpen met jouw angst. Misschien waren er angstige situaties; een ernstig zieke ouder of broer of zus, waar niet echt over werd gepraat. Wat het ook was, het betekent dat je als kind gevoelens niet alleen aan kon, en ze hebt moeten onderdrukken. Zo’n situatie als die we nu hebben, met een flinke verschuiving in ons dagelijks leven, kan onbewust refereren aan situaties van vroeger, die je toen niet hebt kunnen verwerken. Wat is het gevolg? Mensen hebben niet in de gaten dat er iets ouds mee speelt. Ze schieten in oude overlevingspatronen, die als kind ooit hebben gewerkt. Bv. alle nieuws op de voet volgen, om maar een gevoel van controle te houden. Dat pakt niet zo goed uit: je blijft je maar bezig houden met alle mogelijke scenario’s, risico’s, waar je niet echt rustig van wordt. Bovendien ben je de hele tijd buiten jezelf bezig met houvast zoeken, ipv dat je binnen in jezelf tot rust komt. Anderen gaan voor iedereen lopen zorgen, of zichzelf de hele tijd afleiden/bezig houden, om maar niet dieper te hoeven voelen. Ook dat geeft weer een hoop onrust in de tent. Angst die niet wordt (h)erkend en bewust gehanteerd, geeft een verhoogd stressniveau in je lichaam, wat weer niet goed is voor je afweersysteem. En juist die hebben we harder nodig nu. Om wat voor angsten gaat het eigenlijk? Dat is per persoon verschillend; het gaat om wat jij als kind hebt mee gemaakt, zonder dat er hulp voorhanden was. Je bent nu eigenlijk bang voor iets wat je al hebt mee gemaakt, maar niet hebt kunnen verwerken. Een onbewust gevoel van: ‘oh nee, dat nooit weer!’ Het kan gaan om een gevoel van ‘te groot, ik kan het niet aan’, want heel veel waar je als kind geen hulp bij kreeg was inderdaad te groot voor je, en kon je ook niet aan, anders dan door het te onderdrukken. Het kan gaan om onmacht, er alleen voor staan, eenzaam, verlaten (het schrikbeeld van dood gaan in een kamertje alleen, door corona, want bezoek mag niet), angst voor ziekte en kwetsbaarheid, voor dood. Eigenlijk elk gevoel wat nu heftig is, terwijl jijzelf, of een naaste van je niet doodziek is, zou ik labelen als een onverwerkt gevoel uit je kindertijd. Wat kun je ermee? Gelukkig is het niet heel ingewikkeld om oude kindangsten op te vangen, als je ze eenmaal herkent. De aanpak is dat de volwassene in jou het kinddeel op vangt. Dus jouw volwassen, uitgegroeide ik gaat zich eigenlijk als een goede ouder opstellen naar het deel van jou dat ergens in de kindertijd niet verder op kon groeien, is blijven hangen, omdat er geen hulp was, en alleen verwerken geen optie was. Hoe ziet dat eruit? Het gaat als volgt: 1. Eerst erken je het gevoel dat je hebt, àls een kindgevoel: ‘Ik merk dat het je raakt, dat je van streek bent, bang bent, je alleen voelt’ etc. Je praat innerlijk tegen het kind. 2. Vervolgens leef je je in en toon je begrip voor die gevoelens. Ze kloppen nl. perfect voor de situatie van toen. Dus: ‘Ik snap heel goed dat je je alleen voelt en niet gesteund, want zo was het toen ook. Papa en mama konden je toen niet steunen, ze wisten niet hoe dat moest. Maar je had het wel nodig. Het ging niet goed. En natuurlijk heb je daar last van. 3. De volgende stap is dat je zegt: Ik ben er nu voor je. De situatie van toen is voorbij. Bij mij mag je bang/verdrietig/boos zijn, ik vang je op, ik steun en begrijp je, je mag nu de gevoelens toelaten die je toen hebt moeten onderdrukken. Je houdt het kind vast en troost het. Uitdaging in deze stap is dat je niet onmiddellijk de gevoelens op het nu plakt, maar ze laat waar ze horen: nl. bij de situatie van vroeger. 4. Pas nu keer je terug naar de situatie in het heden, en leg je uit aan het innerlijk kind dat je nu allerlei mogelijkheden en keuzes hebt, die je toen als kind niet had. Het heden is stukken minder naar en heftig als de situatie van een kind zonder hulp. Wat is het effect? Als je alle stappen goed hebt doorlopen merk je dat er rust in je lijf ontstaat. Rust, ruimte, ontspanning, meer vertrouwen. Als je je kindangsten op hebt gevangen, kun je makkelijker als volwassene je mogelijkheden in het nu zien, en daar constructief mee om gaan. Dat wat er in de buitenwereld aan gedoe is heeft minder impact, omdat je innerlijk beter in balans bent, en meer draagkracht ervaart. Ook je afweersysteem functioneert nu beter, omdat het minder of niet meer gehinderd wordt door stress. Het is mogelijk dat je dit een tijdje regelmatig herhaalt; afstemmen op je kindangsten, zodra je merkt dat ze opspelen. En elke keer opvangen, inleven, verwerken en gerust stellen. Hulp mogelijk Heb je veel mee gemaakt als kind, of is het concept te nieuw en onbekend voor je, dan kan dit proces in je eentje te lastig zijn. Schroom dan niet om contact op te nemen. Samen is zo veel makkelijker. Eventueel kan ik je over de telefoon begeleiden. Als jij mij vertelt wat er in je om gaat, leid ik je door het proces heen. Laat een berichtje achter op [email protected] of bel 023 5253102 en ik neem snel contact met je op. Natuurlijk kan ik als haptotherapeut ook op andere manieren met angst werken, bv. door het aanspreken van je basis in het bekkengebied. We vinden samen de goede ingang voor jou. Het gaat niet zoals je wil
Ken je dat? Dat dingen niet gaan zoals je wil, of dat anderen je niet lijken te begrijpen, en dat je geen idee hebt waarom niet? Het zou kunnen helpen om te kijken of je wel congruent bent. In de haptotherapie bedoelen we daarmee: stemmen je tekst en je handelen overeen met de signalen die je gevoelsmatig uitstraalt via je lichaam? Mensen die congruent zijn in denken, voelen, willen en doen, hebben een innerlijk evenwicht dat maakt dat ze zelfvertrouwen uitstralen, weten wat ze willen en kunnen, en duidelijk zijn in hun communicatie. Niet congruent zijn Als je niet congruent bent, ben je je daar meestal niet van bewust. Een voorbeeld. Cliënten die de eerste keer bij mij komen roepen vaak vol goede moed dat ze op de bank willen liggen om aangeraakt te worden. Hun idee is dat aanraken hoort bij haptotherapie (wat in principe klopt 😊), dus willen ze dat maar meteen aanpakken. Hun hoofd staat op ‘ja’. Echter soms staat hun gevoel onbewust op ‘nee’. Denken en voelen zijn niet overeenstemmend, niet congruent. De cliënt heeft dat niet in de gaten: hij of zij ligt op de bank, klaar voor wat gaat komen. Zo ervaart die persoon dat. Wat ik merk in de aanraking is dat de cliënt zich wel functioneel laat aanraken, maar zich niet laat raken qua gevoel. De aanraking wordt niet als prettig of onprettig beleefd, er is geen persoonlijk aspect; de cliënt houdt gevoelens onbewust op afstand. Ik zeg dan vaak: 'Ik voel jouw rug of been wel, maar ik voel jou niet'. Als je gevoel op ‘nee’ staat, is het handig om daar eerst naar te luisteren, dus een stapje terug doen, voordat het eventueel op ‘ja’ kan gaan. Bewust zijn wat je lichaam je vertelt Zijn we met z’n allen wel gewend om bewust waar te nemen wat ons gevoel zegt? Wat ons lichaam ons vertelt? Merken we wanneer we in ons achteruit zitten, de kat uit de boom kijken, ons niet laten kennen, er geen vertrouwen in hebben? Merken we wanneer we in ons vooruit zitten, te veel in de ander duiken, te hard ons best doen, en onze eigen behoeftes vergeten? Merken we wanneer we te hoog in ons lijf zitten, alles willen beredeneren en verklaren, controle zoeken? Met strakke benen om ons schrap te zetten voor wat kan komen? Hoe veel ruimte nemen we in, hoe voelbaar aanwezig zijn we? Wat de ander van je voelt weegt het zwaarst Als je de signalen van je lichaaam mist kan het zijn dat je zelf denkt: ‘Ik zeg het toch duidelijk’, maar dat je partner of collega of kind het maar niet op lijkt te pikken. Mensen zijn gevoelig voor congruentie. We vertrouwen mensen die congruent zijn. Als mensen niet congruent zijn, ‘rammelt’ hun boodschap of keuze. We horen de woorden, maar we voelen iets anders. Je tekst kan op zich duidelijk zijn, maar wat het zwaarst weegt is wat je onbewust, gevoelsmatig communiceert. Als jij een grens probeert te stellen, maar eigenlijk angst uit straalt, heb je weinig kans dat jouw grens wordt gerespecteerd. Ook in dit geval is het handig om eerst die onderliggende angst te verkennen, te accepteren, beter te leren hanteren, op een goede manier mee te nemen in het contact met jezelf en de ander. Pas als dat lukt, zal jouw grens meer voelbaar worden voor de ander. Congruent zijn is waardevol Congruent zijn is waardevol. Geen dubbele boodschappen, geen innerlijke spagaat, maar echt jezelf zijn. Je kwetsbaarheid kunnen hanteren, en je kracht neer durven zetten. Congruent zijn is authentiek zijn, in contact met jezelf en de ander. Haptotherapie kan je hiermee helpen. Herkennen en hanteren van onbewuste gevoelens die zich uiten in je lichaam en gedrag is bij uitstek het werkterrein van de haptotherapeut. Zo veel mogelijkheden.
Reuze handig, al die informatie op internet. Je typt een zoekterm in, en vindt een zee aan mogelijkheden. Klein minpuntje; hoe vind je je eigen weg in al die mogelijkheden? Hoe weet je wat voor jou werkt, met die eindeloze hoeveelheid keuzes? Dat is niet altijd even makkelijk. Het lastige is ook, dat er over veel opties wel iets positiefs te zeggen is. Ons verstand kan vrijwel alle kanten uit redeneren, waardoor je soms niet meer weet welke stap voor jou het beste is. Gevoel werkt gelukkig anders. Ik heb het hier niet over de gevoelens die je op kunt roepen als je ergens aan denkt, maar over het gevoel dat er al is, in je lichaam. Ons lichaam heeft een geheugen voor alles wat we hebben mee gemaakt; onze ervaringen zijn onbewust opgeslagen. Die persoonlijke levenservaring kan jou helpen bij je keuzes. Luisteren naar de signalen van je lichaam helpt je herkennen wat goed voor je is, in dit moment, en wat niet. Weten wat goed voor je is. Zelfs een eencellig organisme weet al wat goed voor hem is en wat niet, en kan daarop reageren. Een eencellige zweeft in het water en heeft al basale gevoelsbewegingen: als er voedsel in het water is beweegt de eencellige er met zijn trilhaartjes naartoe, en opent zijn celwand. Is er iets schadelijks in het water dan beweegt de eencellige achteruit, er vandaan, en sluit zijn celwand ter bescherming. Dit soort basale gevoelsbewegingen zijn nog steeds herkenbaar in ons organisme. Wat goed voelt trekt je aan, je beweegt nauwelijks merkbaar naar voren en opent je gevoelsmatig. Wat je geen goed doet brengt een terugtrekkende beweging op gang, en een gevoelsmatig sluiten. Niet dat het dan over keiharde waarheden gaat; misschien ben je als klein kind door een hond gebeten, en trek je je nu onbewust terug als er een hond op je af komt. Dat betekent natuurlijk niet dat honden slecht voor je zijn. Het geeft je echter wel informatie; misschien heb jij iets meer tijd en ruimte nodig, dat je eerst een stapje achteruit mag, voor je je op je gemak kunt gaan voelen met een hond. Je gevoel geeft aan wat je nodig hebt. Luisteren naar je lichaam. Een ander voorbeeld: een cliënt van mij was, na een aanraaksessie op de bank, meer in contact gekomen met haar gevoel. Voordat ze bij me kwam had ze bedacht dat ze na de sessie lekker een strandwandeling zou maken; ze kwam uit Amsterdam en was nu toch in de buurt. ‘Klopt dat met je gevoel?’, vroeg ik haar na de sessie. ‘Jazeker, ik ben dol op strandwandelingen’. ‘Oké, over het algemeen wel, maar hoe voelt dat nu, op dit moment?’ Ik zeg ook wel eens; ‘Wat wil je geest, je enthousiasme, je creativiteit, en… wat wil je lichaam, je gevoel, je behoefte op dit moment, uitgedrukt in je lichaam?’ Ze was namelijk in de sessie steeds dieper in haar lichaam ‘geland’, en was eigenlijk heel erg moe. Ontspannen moe, dichtbij zichzelf, maar vanuit haar gevoel in haar lichaam gezien was een strandwandeling geen goed idee. Echter: hoe vaak gaan we over dit soort signalen heen, en denken we ook nog dat we goed bezig zijn, want een strandwandeling is toch reuze gezond? Zeker, als je er de energie voor hebt wel. Jouw gevoel is je persoonlijke kompas. Terug naar de keuzes in je leven. Mijn punt is; als je in kleine keuzes goed naar jezelf luistert, en honoreert wat je gevoel in je lichaam nodig heeft, voelt wat jou goed doet, en wat te veel vraagt van je, of je tegen de borst stuit, als je voelt wat voor jóu werkt, dan bouw je een goed draagvlak waarop het makkelijker wordt ook meer ingewikkelde keuzes te maken. Je kent jezelf gewoon beter. En in plaats van dat kiezen een kwestie wordt van plussen en minnen tellen, of van verstandig zijn en doorzetten, krijgt jouw gevoel bij het maken van keuzes de plek die het verdient; het vormt namelijk een betrouwbare basis die jou zeer persoonlijke en adequate informatie geeft. Zo vormt je gevoel in je lichaam een persoonlijk kompas in de zee van mogelijkheden. Wil je deze principes bij jezelf ontdekken en verder ontwikkelen, dan kan een haptotherapeut je op weg helpen. Wat is het verschil tussen praten vanuit of over je gevoel? Als haptotherapeut loop ik er vaak tegen aan: cliënten praten in eerste instantie meestal over hun gevoel i.p.v. vanuit hun gevoel. Wat is het verschil eigenlijk? Als je over je gevoel praat, heb je het over gevoelens van een ander moment. Je gebruikt woorden als ‘vaak’, meestal’, ‘toen’. Je hebt op die manier wat afstand tot het moment waarop je het gevoel werkelijk voelde. Die afstand gebruik je meestal om te interpreteren, analyseren: ik voelde dat omdat…, het heeft te maken met… In die analyse trachten we vat te krijgen op onze gevoelens. Als je praat over je gevoel zit je eigenlijk meer in je hoofd. Als je praat vanuit je gevoel vertel je iets over wat je op dat moment ervaart: ik merk dat ik verdrietig word… ik baal hier zo van…dit raakt me…dit doet me goed…In het praten vanuit je gevoel maak je direct contact, ten eerste met jezelf; je bent je bewust van je gevoel in het moment, in je lichaam. En ten tweede maak je contact met de ander; je deelt met de ander wat er met je gebeurt, terwijl het gebeurt. Je laat de ander dichtbij komen. Dat is kwetsbaar en open, en authentiek. Het geeft een gevoel van verbinding. Praten vanuit je gevoel is kiezen voor contact. Contact vanuit de gevoelde beleving in je lichaam. Het vraagt moed om je te laten zien Het vraagt wat moed om jezelf zo direct te laten zien in het contact; het wordt nl. niet altijd goed ontvangen. Soms krijg je als reactie op jouw openen ongevraagd een advies. Jij deelt bv. dat je je niet zo lekker voelt, en de ander raadt jou meteen een flinke wandeling aan. Daarmee sluit de ander de opening tot contact eigenlijk meteen weer af: er wordt op jouw gevoelsopening niet met gevoel gereageerd. Hoe goed ook bedoeld, dat was waarschijnlijk niet jouw behoefte. Dus soms vraagt het openen in contact meteen een assertieve houding. Je kunt bv. zeggen: ik vind het fijn als je gewoon luistert, of mee leeft, of zegt wat het met jou doet, ik wil eigenlijk gewoon contact. Als ik een advies wil, zal ik daar echt om vragen. Zo help je de goed bedoelende ander door te laten weten wat jouw behoefte is. Nog meer lastige reacties Het kan ook zijn dat de ander het niet zo goed bedoelt, en kritisch, oordelend reageert. Dus bv. zegt dat je een aansteller bent, niet altijd zo moeilijk moet doen, of dat het op deze manier niks wordt met je. Ook dan heb je een assertieve houding nodig. Je kunt zeggen dat je niet zit te wachten op een oordeel, dat je deze reactie niet prettig vindt, en als de ander daar niet naar luistert kun je natuurlijk ook gewoon weg lopen. Dan heb je nog de reactie dat de ander reageert op jouw gevoel door meteen over zichzelf te beginnen: oh ja dat ken ik, dat heb ik ook altijd, ik… Dit is ook niet echt wat je nodig hebt; de ander is zo bezet met zichzelf dat er ook hier geen verbinding tot stand komt. Meestal haak ik hier gewoon af…weet jij een goede tekst om dit te herstellen? Waarom toch kiezen voor contact? Misschien praten we daarom vaak liever over ons gevoel van een ander moment: het is minder kwetsbaar, minder direct. Je kunt makkelijker doseren hoe veel je vertelt, afhankelijk van de reactie van een ander. Best handig als je iemand net leert kennen; eerst maar eens aftasten hoe diegene reageert op jouw gevoelens die niet van nu zijn. In het delen van je gevoel van dit moment, indien goed beantwoord, zit echter de rijkdom van direct, echt contact. Contact is een basisbehoefte. Praten vanuit je gevoel van dat moment geeft verbinding, het gevoel dat je gezien wordt, dat je er mag zijn. Als de ander zich in je in kan leven vanuit eigen ervaringen dan voel je je begrepen, gekend. Daardoor ben je niet meer alleen in je ervaring. Niet meer eenzaam. Zulk contact kan troosten bij pijn, angst, verdriet. Contact voedt ons, het vervult, verrijkt. Contact kan verdieping geven, het kan je tot inzichten leiden waar je alleen niet op kwam. Contact kan spannend en uitdagend zijn, ons uitnodigen voorbij onze grenzen te gaan en nieuwe ervaringen op te doen. Contact is in verbinding zijn met elkaar vanuit je gevoel in het hier en nu, in je lichaam. Contact biedt je de ervaring dat je er bent, dat je leeft, het geeft levenslust. De meeste therapie en begeleiding werkt top-down.
Top-down wil zeggen vanuit het hoofd naar gevoel, willen en handelen. RET (rationeel emotieve therapie), coaching, inzichtgevende psychotherapie e.d. werken top-down. Dat kan mensen heel erg goed doen, maar soms is het niet genoeg. Bij de haptotherapeut melden zich mensen die zeggen; ‘Ja nu weet ik wel wat er mis gaat, en ik weet hoe dat komt, ik zie dat ik onrealistisch denk, of ik heb de oorsprong van mijn gedrag of gevoel in mijn jeugd herkend, maar… het verandert niet echt. Ik heb me even wat beter gevoeld, maar het komt weer terug; ik ben eigenlijk nog steeds angstig, of ik blokkeer snel, of ik kan geen grenzen stellen’, etc. Haptotherapie kan dan een goed vervolg zijn. Haptotherapie werkt bottom-up: het start bij de vaak onbewuste ervaring en beleving in je lichaam, in je gevoel. Van daaruit werkt het door omhoog; bewust geworden gevoel kan leiden tot anders denken, anders willen en anders handelen. Of soms tot bevestiging van wat je ergens wel voelde, wel wist, maar nog niet durfde te vertrouwen. Waarom is een bottom-up benadering interessant? Persoonlijk denk ik dat het de meest natuurlijke, en meest volledige manier van leren is. Jonge kinderen leren altijd bottom-up; ze leren door ervaring, door met hun hele lijfje en alle zintuigen iets te leren kennen, uit te proberen, te voelen of het ze bevalt of niet. We noemen dat als volwassenen spelen, wat de meest basale en natuurlijke vorm van leren is. Vanaf dat een baby z’n grote teen in zijn mond stopt tot aan blokkentorens bouwen tot aan je evenwicht vinden als je leert fietsen: primair zijn het ervaringen die je met je lichaam en gevoel op doet. En als we kijken naar een potje voetbal of tikkertje of verstoppertje spelen, dan komen er nog eens de ervaringen en gevoelens bij van het samen bezig zijn, met alle betekenis die dat heeft. Voelen brengt je in contact met jezelf en anderen. Helaas begint dan op school het top-down leren; we stampen onze kinderen vol met kennis. Wat overigens totaal achterhaald is in deze periode van internet, waar onbeperkt toegang is tot alle kennis. Kinderen leren letters en cijfers en taal en rekenen en van daaruit aardrijkskunde en geschiedenis enz. Ik zeg niet dat we daar niets aan zouden moeten doen, alleen komt het leren vaak los te staan van persoonlijke ervaring en motivatie; van gevoel. Weten jongeren vervolgens niet meer wat ze willen in het leven. En vragen de volwassenen in mijn praktijk hoe ze ‘het’ moeten doen, dat voelen. Ze willen een handleiding, een techniek, een 'to do' list, ze willen eigenlijk gewoon top-down even hun gevoel regelen. Maar dat gaat natuurlijk niet. Hoe werkt bottom-up? Voelen kun je niet doen, niet even regelen, niet sturen met je wil. Je kunt het wel eindeloos analyseren, maar daarvan ga je uit je gevoel. Als je te hard aan het denken slaat, voel je niet meer zo veel. Voelen opent en verdiept door… te voelen. Klinkt als een open deur? Toch is juist dat voor veel mensen echt lastig. Als iemand in zijn hoofd zit, en zijn lichaam voelt ver weg, dan probeert diegene vaak heel hard om meer contact te krijgen met zijn lichaam. Maar dat werkt niet, want proberen is niet voelen. Proberen is willen. Hoe harder je iets wil voelen wat je niet voelt, hoe meer je blokkeert. Wat wel helpt in dit geval is voelen hoe dat is, zo in je hoofd zitten, met je lichaam zo ver weg. Voelt dat fijn? Meestal niet echt. Oké, laat maar toe, hoe het is, en hoe je dat ervaart. Want dan ontstaat er vanzelf een beweging naar meer voelen, meer contact. Voelen wat er is, ook juist als dat gevoel niet fijn is, is een kunst. We proberen zo snel mogelijk weg te komen bij een naar gevoel. Leren die nare gevoelens voor het moment te accepteren brengt een natuurlijke beweging op gang naar een beter evenwicht. Accepteren wat je voelt is de basis van haptotherapie. Aanraking Aanraking kan helpen. Aanraking hoort bij de bottom-up benadering; aanraking is onze eerste taal en communicatie, dus reageren we op aanraking direct en onbewust. Aanraking vanuit gevoel, afstemming, contact helpt om gevoel te openen, te herkennen, omdat het raakt. In aanraakcontact komen vaak andere dingen boven dan vanuit het gesprek. Waarde Wat is de waarde van dit alles? Voelen helpt je om bij jezelf te komen. Niet je denkende, willende en handelende zelf, maar dat wat daar nog onder ligt; je voelende, ervarende zelf. Vanuit dat stuk in jezelf ervaar je wat jou goed doet, wat bij je past, waar je behoefte aan hebt, vanuit dat stuk kun jij je wezenlijk verbinden met een ander, niet alleen zijn, je gekend voelen, je gesteund voelen en een ander steunen en liefhebben. Dit is de basis voor geluk, voor authentiek je plek in nemen in deze wereld. Dat wat je bottom-up leert komt op een veel diepere laag bij je binnen, en blijft bij je. Regelmatig doe ik als haptotherapeut met cliënten een ‘voel’oefening. En hoewel het concept heel simpel is; we gaan gewoon contact maken, blijkt de praktijk nog niet mee te vallen. De oefening doen we zittend in een stoel. Het begint met de stoel te voelen; zit je lekker, voel je de rugleuning meer of de zitting? Voel je je gewicht, en het draagvlak van de stoel, en de grond? Zak je diep in de stoel, stuiter je er een beetje uit voor je gevoel, of voelt het meer alsof je boven de stoel zweeft? Daar begint het gedoe al; wat als je niet kunt zakken, veel te druk of gespannen bent? Soms is het voldoende om in de oefening van alles af te tasten, en helpt dat om iemand langzaamaan meer te laten ‘landen’ in de stoel. Als je geland bent ervaar je meer rust en kun je makkelijker bij jezelf zijn.
Maar soms werkt dat allemaal niet; dan probeert mijn cliënt heel hard om te ontspannen en te zakken, en de oefening goed te doen, en je raadt het al: het effect is averechts. Ken je dit? Het is een lastig parket, want op school en in de maatschappij leren we om goed ons best te doen, op te letten en hard te werken, maar bij voelen werkt dat niet. ‘Vertel me wat ik moet doen’, verzuchten mijn cliënten, maar voelen ‘doe’ je niet. Hoe werkt het dan wel? Het begint met; je hoeft niet te ontspannen. Je hoeft niet rustig te zijn om de oefening te doen. Voel gewoon je spanning of je onrust. Als je de hele tijd probeert om te ontspannen en rustig te zijn ben je bezig met willen, niet met voelen. En als je je verzet tegen wat je werkelijk voelt, hoe verwacht je dan dat je gevoel op kan knappen? Mensen vertrouwen er niet op dat gevoel zichzelf regelt. Terwijl het dat wel degelijk doet, mits op een goede manier toe gelaten. Als je een klein kind op schoot neemt dat net is gevallen en je accepteert dat het geschrokken is, pijn heeft, moet huilen, en je steunt het, dan is het ook vlot weer over. Dat gaat vanzelf. Dat is namelijk één van de functies van gevoel: het helpt je om iets schokkends te verwerken. Gevoel wat je steunt en ruimte geeft golft eventjes, en zakt vervolgens, komt in evenwicht. Dit is het principe van de oefening. Je doet helemaal niets, behalve je echt verbinden met het gevoel (niet van een afstandje ernaar kijken), en jezelf accepteren en steunen in het gevoel. De rest regelt zich vanzelf. Je kunt niets fout doen, want elk gevoel is goed. Zit je compleet in je hoofd en voelt je lijf ver weg? Prima, voel gewoon dat het zo is nu, je mag er last van hebben, maar kijk of je het voor nu kunt accepteren. Dan komt er nl. vanzelf verandering in. Omdat je aan het voelen bent, en niet aan het willen. Komt die verandering eenmaal op gang, dan gaat het als een treintje lopen: je komt van het één in het ander. Het start bv. met dat je onrust in je borst gaat voelen. ‘Welkom onrust’, roep ik dan. Een beetje rare tekst, maar het helpt je om je niet automatisch, onbewust te gaan verzetten. En zo gaat het verder: welkom benauwd gevoel op je borst, welkom gevoel van klem zitten, welkom boosheid, welkom spanning in je rechter been, enzovoort. Vaak moet je door een hele ris niet-zo-leuke gevoelens heen voor het uit zichzelf op gaat knappen. Na een minuut of 10 à 20 ben je veel beter in contact met je lijf en gevoel, ben je rustiger, minder moe, stabieler, eigenlijk gewoon een stuk lekkerder in je vel. Zonder dat je iets hebt ‘gedaan’. Het enige wat je enigszins stuurt als het proces wat lastig voor je is (omdat je bv. angst gaat voelen of verdriet of boosheid of fysieke pijn), is je basis eronder zetten. Contact maken met de emotionele basis in je bekkengebied. Van daaruit kun je makkelijker dragen wat zich aan dient, en loop je er minder snel in vast. En zo zijn er nog wel meer dingen behulpzaam: hoewel je je echt wilt verbinden met wat je voelt werkt het niet goed als je gaat focussen op een naar gevoel. Door focussen zet je het juist vast. Contact is een dunne lijn tussen vermijden of afstand houden en focussen. Wat ook belangrijk is dat je hoofd niet met je gevoel aan de haal gaat: ‘Waarom voel ik dit, oh het komt door…’, want ook in een analyse kun je je gevoel vast zetten; ‘Het is nu eenmaal zo, en hier komt het door’. Nog afgezien van het feit dat je in een analyse weer weg bent uit het rechtstreekse contact, en daarmee het natuurlijke proces naar evenwicht vinden blokkeert. Dus het hoe en waarom van een gevoel doet er even niet toe, elk gevoel is welkom en in orde, er bestaan geen foute gevoelens, elk gevoel heeft een functie en een reden, dus in de oefening gaan we daar niet mee bezig. Dat kan altijd achteraf. Vaak blijkt dan dat je vanuit je nieuw gevonden evenwicht, zaken anders ziet en beleeft. Voor veel mensen verrassend om te ervaren dat door je niet te bemoeien met de oefening, het beter loopt. En dat je door gevoel op de juiste manier toe te laten vanzelf op knapt. Zo kun je je evenwicht makkelijk herstellen, bv. na een drukke werkdag met stress. Het kan zelfs een goede gewoonte worden, net als tanden poetsen of de kamer opruimen; even schoon schip maken op gevoelsvlak. Ik kan het iedereen aanraden! Al meer dan 25 jaar werk ik als haptotherapeut. Ik ben nog nooit een onzinnig gevoel tegen gekomen. Gevoelens zijn er nooit voor niets, ze hebben altijd een reden, een logica, ook al zie je die niet altijd meteen. Haptotherapie werkt met gevoelens. Gevoelens merk je op in je lichaam. Ze zijn er gewoon, of je daar nou blij mee bent of niet. Als je bloost van verlegenheid kan je daar last van hebben, als je ontroerd bent door een lief gebaar van een vriendin voelt dat fijn, als je geïrriteerd bent door gedrag van een collega is dat weer niet zo’n lekker gevoel. De gevoelens uit deze voorbeelden zijn begrijpelijk, omdat ze direct gelinkt zijn aan gebeurtenissen in het hier en nu. Het kan echter ook zijn dat je angstig, boos of verdrietig bent zonder dat je goed begrijpt waarom. Of dat er wel een aanleiding is, maar dat je veel te heftig reageert, en niet snapt waarom iets je zo raakt. Meestal zijn we in dit soort situaties geneigd onszelf te veroordelen voor het ‘overdreven’ gevoel, en ons ertegen te verzetten. We roepen tegen onszelf dat we dit echt niet hoeven voelen, dat er geen aanleiding is en dat het onzin is. Helaas werkt vechten tegen gevoelens meestal averechts: het gevoel blijft zeuren en in de weg zitten. Als een gevoel niet logisch is in het hier en nu stamt het waarschijnlijk uit een eerder moment in je leven. Het kan om een recente situatie gaan die je niet hebt verwerkt, en omdat je je die situatie goed kunt herinneren kun je makkelijker erkennen dat het jou kennelijk nog dwars zit. Maar het kan ook om gevoelens uit je jeugd gaan. Gevoelens die voor jou als kind te heftig waren om te kunnen verwerken kon je niet echt toe laten en heb je onderdrukt en opgeslagen in je lichaam. Ze kunnen vanuit die opslag toch weer aan de oppervlakte komen, soms door een relatief kleine aanleiding, soms ook door de aanraking, het contact in de haptotherapie. Het lastige met deze gevoelens is dat ze zo goed weg gestopt zijn dat als ze later in je leven omhoog komen het niet direct duidelijk is dat het om gevoelens uit je jeugd gaat. In mijn praktijk vinden mensen het moeilijk te accepteren dat onverwacht opkomende nare gevoelens uit hun jeugd zouden stammen; ze hebben toch best een fijne jeugd gehad, hoe kunnen die nare gevoelens daar nou vandaan komen? Dan is het handig om te weten dat iedereen te rooskleurig terug kijkt op zijn jeugd. Sterker nog; hoe slechter je het als kind emotioneel gezien hebt gehad, hoe sterker de ontkenning. Dat heeft een functie, het gaat hier om een overlevingsmechanisme: je kunt je als kind niet veroorloven om met een eerlijk en compleet besef van jouw realiteit rond te lopen als er veel onveiligheid is, of agressie, of geen steun. Je kan dat simpelweg in je eentje niet aan, als kind. Je zou compleet onderuit gaan, in gevoelens van paniek, machteloze woede, eenzaamheid en hopeloosheid. Je bent compleet afhankelijk van je ouders, dus als er in het contact met je ouders dingen mis gaan en je signalen niet worden op gepikt sta je machteloos. Dan beschermt je overlevingssysteem jou door de waarheid te verdraaien. Je houdt het beeld van een lieve mama of papa intact, en legt de schuld bij jezelf, gaat heel hard je best doen om de sfeer thuis goed te houden, of goed te presteren, trekt je terug en wordt heel onopvallend, pantsert jezelf en wordt heel onafhankelijk etc. Dus als de realiteit waarin je leeft voor jou als kind te pijnlijk is om aan te kunnen overleef je door die realiteit niet onder ogen te zien. De gevoelens van paniek, eenzaamheid, woede, onmacht en hopeloosheid worden onderdrukt maar zijn dan natuurlijk niet spontaan verdwenen. Ze liggen opgeslagen in harde, gespannen of lege plekken in ons lijf. Openen die plekken zich later in ons leven dan kan er zo ineens een oud gevoel de kop op steken. Je zou kunnen zeggen dat je lijf herinneringen met zich mee draagt. Dat is wat anders dan de bewuste, normale herinneringen die we aan onze jeugd hebben. Minder beladen situatie uit je jeugd worden netjes opgeslagen in je normale geheugen. De te pijnlijke herinneringen niet. Dus geen wonder dat als je overvallen wordt door gevoelens uit de opslag, dat je ze niet kunt plaatsen in je jeugd. Het klopt niet met het plaatje dat je hebt. Toch plaats ik ze dan wel in jouw jeugd. Waar komen ze anders vandaan, die gevoelens? Ja ik weet dat je jezelf ‘op kunt fokken’ met negatieve gedachtes. Maar iemand die warm en stabiel en vol liefde is opgevoed, en goed is opgevangen bij pijnlijke situaties, zou überhaupt de neiging niet hebben om zichzelf op te gaan fokken. Dat komt gewoon niet in diegene op. Dus zelfs als je je mee laat sleuren in negatieve gedachtes dan zit daar toch ergens een ondergrond onder van negatieve ervaringen. Het is dan belangrijk om naar die oorsprong in je lichaam terug te keren, want je lichaam liegt niet. Gevoelens die rechtstreeks in contact met jezelf in je lichaam opkomen, zitten daar niet zomaar, als flauwekul. Je bent niet zomaar gespannen, te alert, of leeg en koud van binnen. Je lichaam weet meer dan jij je bewust bent. Een weerstand die mensen voelen als ik pijnlijke gevoelens plaats als stammend uit je jeugd is dat ze niet negatief willen spreken over hun ouders, of ze de schuld willen geven. Er is een -heel begrijpelijke- loyaliteit. Over het algemeen gaat het ook helemaal niet over ‘de schuld geven’. De realiteit onder ogen zien van hoe dingen in jouw jeugd mis zijn gegaan is iets heel anders dan je ouders beschuldigen. Misschien had je een chronisch ziek zusje en waren je ouders zo met de zorg voor haar bezet dat ze niet zagen hoe jij in de knel kwam. Misschien hadden ze zelf psychische problemen en onderkenden ze niet hoe die jou hebben belast. Meestal hebben je ouders het niet gezien, dachten ze dat ze het goed deden, of hadden ze de kracht niet om er iets mee te doen, al was het maar hulp vragen. Meestal hebben ouders gewoon hun best gedaan en gedaan wat in hun vermogen lag. In ernstiger gevallen is het wel goed om te benoemen dat ouders ver over de grens zijn gegaan en dat je bijvoorbeeld bij mishandeling wel degelijk van schuld kan en moet spreken. Dit is belangrijk om schuldgevoelens bij jezelf weg te kunnen nemen. Een kind heeft geen schuld. Ouders zijn verantwoordelijk. Het doel van gevoelens herkennen als stammend uit je kindertijd is ook niet primair om dat dan uitgebreid te gaan bespreken met je ouders. Het primaire doel is jezelf in evenwicht brengen, gevoelens die in je kindertijd onderdrukt moesten worden alsnog verwerken. Waardoor jij tot rust komt, sterker wordt, meer jezelf wordt, ook in relatie tot anderen, waaronder je ouders. Of je één en ander uiteindelijk met ze wil bespreken is van later zorg. Het valt niet mee om wegwijs te worden in heftige en nare gevoelens die je lang hebt onderdrukt en die je in het begin moeilijk kunt plaatsen. Toch is het enorm de moeite waard; wat als al jouw gevoelens er mogen zijn, om dat jij jezelf nu begrijpt en kunt steunen? Hoe veel rust geeft het als je niet meer hoeft te vechten tegen gevoelens of jezelf er om veroordeelt? Welke ruimte ontstaat er als gevoelens uit de taboesfeer komen en hanteerbaar worden in het hier en nu? Wat als je steeds meer jezelf kunt zijn, en groeit naar meer openheid, contact met jezelf en anderen? Ik kan je verzekeren dat je daar een stuk gelukkiger van wordt! |
Een andere kijk op voelen.
Op deze plek kun je meer lezen over mijn visie en werkwijze. Na ruim 20 jaar werken als haptotherapeut heb ik een eigen benadering ontwikkeld. Hierbij nodig ik je uit om mee te gaan in een andere kijk op voelen. Reacties welkom! Archief
May 2023
|