Deze blog is een vervolg op mijn vorige blog over angst, die je hieronder vindt. Heb ik het hiervoor gehad over hoe om te gaan met angst vanuit je eigen binnenwereld, nu wil ik het hebben over hoe contact met de buitenwereld je kan helpen je angst op te vangen.
Het gaat hier evenals in mijn vorige blog over angsten die niet of niet helemaal verklaarbaar zijn vanuit je huidige situatie. Het gaat over opgeslagen, onverwerkte angsten, mogelijk uit eerdere situaties uit je volwassen leven, maar meestal al stammend uit je kindertijd. Heb je in je kindertijd niet de goede hulp gehad van je ouders om je angsten te verwerken (flink moeten zijn, uitgelachen worden, niet serieus genomen worden, ouders die zelf te angstig zijn bv.) dan stapelen die onverwerkte angsten zich op in jouw lichaam. Sommige mensen verdringen die angsten totdat dat op een bepaald moment niet meer gaat, anderen worstelen hun hele leven met angsten. Wat is de rol van de buitenwereld in het leren omgaan met angst? Stel dat jij je aanmeldt in mijn praktijk met angst, dan ben je vaak als het ware 'gevangen in de tang van angst'. Je doet er alles aan om de angst weg te krijgen, je bent er continue mee in gevecht. Op momenten dat de angst het overneemt dreigt hij je te overspoelen. Vraag ik je op zo’n moment of je nog contact hebt met de ruimte, de kamer waar we zijn, dan volgt er meestal een ‘nee’. Natuurlijk weet je met je hoofd wel waar je bent, en je kunt ook wel rondkijken, maar echt voelen met je huid en je lichaam waar je bent, dat is er dan niet. Je zou kunnen zeggen dat de angst in je binnenwereld zo overweldigend voelt dat hij met je aan de haal gaat, en dat je het contact met de realiteit van het nu verliest. Een andere manier om te verbeelden wat er gebeurt, is dat je weg gezogen lijkt te worden door een trechter naar het verleden, waar die angst gegrond was, en vast komt te zitten in de onmacht en hulpeloosheid van toen. Als kind bèn je onmachtig en hulpeloos, en als er geen hulp komt is dat overweldigend en niet te verwerken. Wil je nu kunnen verwerken wat je toen is overkomen, dan is het nodig dat je door de trechter terug komt in het nu, en de gevoelens van angst mee neemt naar het veilige heden, om ze hier en nu te kunnen verwerken. Maar hoe doe je dat? Om werkelijk gevoeld contact met het nu te krijgen kun je bewegen, rondlopen, de ruimte ervaren door erdoorheen te bewegen. Niet alleen met je ogen, maar met je tastzin in je huid voelen waar je bent, hier, nu, waar er niet iets bedreigend is, waar het veilig en saai en voorspelbaar is en waar jij als volwassene keuzes en vrijheid hebt. Bewegen, ademen, geluid maken, dingen aanraken, optillen, voelen waar je bent. In de veilige buitenwereld van dit moment. Dat is één manier om jezelf gerust te stellen als angst met je aan de haal dreigt te gaan. In de buitenwereld van nu speelt niet alleen het contact met de ruimte waar je je bevindt, er is nog een ander belangrijk aspect, namelijk andere mensen. Aangezien je eerste ervaringen met je ouders en angst niet positief waren, ben je over het algemeen ook in je leven nu niet gewend steun te ontvangen bij angst. Soms uit dat zich in wantrouwen of het gevoel alles zelf te moeten kunnen, en soms is het gewoon iets waar je niet op komt, dat een ander echt zou kunnen helpen. Het kan goed zijn dat ik mensen aanraak die met angst worstelen, en dat ze me eigenlijk niet voelen, niet binnen laten bij hun angst, geen hulp of steun kunnen ontvangen. Het bewust worden van dat het zo werkt helpt al. 'Verdorie ja, ik laat je niet toe. Terwijl dat wel zou kunnen'. Heb je dat besef dan ben je niet ver van de ander toch een beetje toe laten, kijken hoe dat is. Waarbij er een groot verdriet op kan komen over hoe alleen je bent geweest met je angst. Want iemand die er echt voor je is dat helpt, bij angst. Niet het weg willen redeneren, of op willen peppen, maar het in kunnen leven en naast je staan, er zijn, warm en betrokken, dat helpt wel. Ook dat biedt veiligheid, die de angst van vroeger draagbaar, verteerbaar, verwerkbaar maakt. Een lastig facet in het ervaren van een veilige buitenwereld is het fenomeen projectie; soms lijkt je angst zo reëel in het nu. Hoewel je ergens weet dat je te sterk reageert blijf je toch ook geloven dat er nu gevaar is. Dat is een vrij normale reactie; als ik iets zo sterk voel dan moet er toch een reden voor zijn? We projecteren die reden in de buitenwereld, hangen de oude angst op aan een ‘kapstok’ in het nu, en proberen dan vervolgens het probleem in het nu oplossen. Het is belangrijk om te weten dat het vaak zo werkt. Mijn stelregel is; alles wat te heftig voelt gaat niet over nu maar over onverwerkt verleden. Elke keer dat je je onmachtig, overspoeld, paniekerig, hopeloos en heftig voelt zou er een belletje moeten gaan rinkelen die zegt: Ho even, gaat dit wel over nu? Waarschijnlijk niet, al lijkt het wel zo. Ik zeg vaak; het plafond stort niet in, er staat niemand op het pleintje voor de praktijk te schieten, er gebeurt hier helemaal niets. Laat dat doordringen. Maak contact met de realiteit van de buitenwereld nu, en geef de angst de plek die het verdient; als een onverwerkt gevoel uit het verleden. ‘Oh ik voel me alsof ik het niet aan kan, maar dat kon ik natuurlijk ook niet als kind. Oh ik voel me heel klein en kwetsbaar, maar dat was ik natuurlijk ook als kind.’ Zodra de angst op de goede plek gelegd wordt, nl als zijnde een onverwerkt gevoel van vroeger, herstelt het contact met je volwassen realiteit van het hier en nu. Die biedt de veiligheid waarbinnen de oude gevoelens verwerkt kunnen worden. Onverwerkte angst vanuit je kindertijd kun je verwerken door als het ware op twee sporen tegelijk te rijden, als een trein: het ene spoor is je contact met de veilige realiteit nu, die ongevaarlijk is en waarin er hulp mogelijk is, het andere spoor is het contact met de overstelpende angst uit je kindertijd, waar je alleen voor stond, die voor jou toen niet te doen was, en die nu pas verwerkt kan worden. Het is niet gemakkelijk om die twee sporen tegelijk te ervaren, en soms moet je een beetje heen en weer switchen tussen die twee. Maar het is te oefenen en als het lukt is je winst enorm: door verwerking van angst ontstaan rust en vertrouwen.
5 Comments
Angst zit tussen je oren?
Er wordt vaak gezegd; ‘angst zit tussen je oren’. Je moet anders leren denken. Je fokt jezelf op met niet reële, negatieve gedachtes. In dit geval ziet men de oorzaak van angst in het denken. (RET therapie) Er zijn ook therapieën waar je de angst vermindert door dat waarvoor je bang bent langzaamaan aan te gaan. Gaat het bv. om een angst voor spinnen dan kijk je eerst naar plaatjes van spinnen, voordat je met echte spinnen oefent. Hier werkt men met gedrag, en dooft de angst uit door hem aan te gaan. (gedragstherapie) Angst zit in je lijf. Haptotherapie werkt met het gevoel, in je lichaam. Mijn visie is: angst start niet door negatief denken, maar door negatieve ervaringen. Vaak al in je jeugd. Als je in je jeugd bij angstige of pijnlijke ervaringen niet wordt geholpen om die ervaringen te verwerken is de wortel voor angst in je volwassen leven gezaaid. De onverwerkte gevoelens worden opgeslagen en vast gezet in je lichaam, in gespannen, harde of lege plekken. De angst is niet verdwenen maar ondergronds gegaan, van daaruit kan ze geactiveerd worden, vaak door onschuldige triggers in het nu. Had je bv. vroeger een vader die vaak boos naar je keek, met gefronste wenkbrauwen, en dan tegen je uit viel en je uit schold, dan is het heel goed mogelijk dat je nu met angst reageert als iemand jou niet begrijpt en met gefronste wenkbrauwen vraagt wat je bedoelt. De gefronste wenkbrauwen zijn de trigger waar jouw systeem op reageert met alarm. Vroeger leidden gefronste wenkbrauwen tenslotte tot narigheid. Anders gezegd; jouw angst is geen flauwekul, maar gebaseerd op reële ervaringen. Je angst klopt niet voor de situatie in het nu; iemand die vraagt wat je bedoelt. Maar wel voor de situatie in je verleden; een boze vader waar je als kind niet tegenop kon, en niemand die je erbij hielp. Wil je deze angst tot rust krijgen dan is een puur rationele of gedragsaanpak niet voldoende; de onverwerkte angst is in jouw lichaam opgeslagen en kan steeds opnieuw getriggerd worden. Hij verzacht of verdwijnt alleen door de angst alsnog te erkennen en verwerken. Hoe doe je dat, hoe werkt dat? Stel je voor; een deel van jou, we kunnen dat het volwassen deel noemen, (het is namelijk het deel dat begrijpt dat je angst in het nu niet reëel is) ontfermt zich over de angst, die stamt uit wat we jouw kindlaag kunnen noemen, aangezien je angst eigenlijk onverwerkte angst uit je kindertijd is. Het lijkt op hoe je om zou gaan met een echt angstig kind nu. Stel je tilt als ouder een kind uit bed dat net wakker is geworden uit een nachtmerrie. Dan neem je het op schoot, je slaat je armen eromheen en troost het. Je accepteert de angst. Het kind kan in die veilige opvang van jou uit de angstverstijving los komen en gaan trillen en huilen; de angst wordt geuit en zakt na een tijdje. Bij angst in jezelf werkt dat principe als volgt: je maakt contact met je basis, die zich bevindt in het bekkengebied. In het bekkengebied zit je vertrouwen, je gevoel van veiligheid, je draagkracht. (zie mijn blog van 27-9-2012 over de basis) Zoals je een kind op schoot neemt om het te steunen, zo kun je bij jezelf je basis aanspreken onder je angst, die je vaak hoger, namelijk in je buik, maag of borst of keel ervaart. Focus je niet alleen op de angst, maar accepteer hem voor het moment, weet dat hij stamt uit onverwerkte oude situaties, en draag hem als het ware met je basis. Ga liefdevol om met jezelf; dus niet roepen dat je je niet aan moet stellen, maar erkennen dat je kennelijk angstig bent geweest en het niet hebt kunnen verwerken. Dat die verwerking nu alsnog kan, er is nu ruimte voor. Soms helpt het om op je handen te gaan zitten, zodat je jouw basisgebied beter voelt. Kun je jezelf op deze manier steunen dan kan de angst uit de kindlaag los komen, en geuit en verwerkt worden. Je zult dan merken dat spanning en verharding in je lijf verzacht, en leegte zich vult. In de praktijk is het wel even oefenen om die twee delen van jezelf tegelijk te kunnen ervaren; de kindlaag en het volwassen deel. Vaak zit je gevangen in mechanismes die je als kind hebt ontwikkeld om de angst te onderdrukken. En als je als kind geen liefdevolle, troostende reactie hebt gekregen in beangstigende situaties, dan geef je die als volwassene nu ook niet zo makkelijk aan jezelf. Bovendien heb je een enigszins goede basis nodig om dit te kunnen doen voor jezelf. En dat is nu juist wat kan missen bij veel onverwerkte ervaringen. Is jouw basisgebied niet voldoende stevig en gevuld, dan heb je eerst een therapeut nodig die jou steunt. De therapeut helpt je een stevige basis op te bouwen en je angst op een goede manier te hanteren. Zodat je vervolgens zelf je eigen angst kan leren dragen, omarmen en verwerken. Hoe zit het dan met die gedachtes en het gedrag? Negatieve gedachtes zullen vanzelf minderen als je zo vanuit je gevoel met angst om kunt gaan. Als het gevoel verandert ga je ook anders kijken naar en denken over zaken waar je eerst angst voor had. Dit effect is direct waarneembaar nadat je met angst hebt gewerkt; de lading gaat er vanaf. Soms is het naast het voelwerk ook nodig dat je stopt met vermijden, en nu situaties die bij jou angst oproepen bewust aan gaat. Niet om de angst ‘uit te doven’, maar om de opgeroepen angst als oud, stammend uit het verleden, te verwerken. Als je dat bij herhaling doet kan de angst gaan zakken. Er wordt ons geleerd goed rechtop te zitten en te staan; inzakken is slecht voor je rug, dus: let op je houding! Ontspan je schouders en adem door je buik. Ik ben niet zo’n fan van deze houdingscorrectie.
Ik zie veel mensen in de praktijk die elke keer weer opnieuw hun houding moeten corrigeren, omdat zodra ze er niet op letten ze toch weer inzakken, hun schouders optrekken of hoog ademen. Anderen zitten wel rechtop maar zijn verstrakt en verstijfd in die houding. Ze zijn niet ontspannen en vitaal aanwezig, wat een voelend contact met jezelf veronderstelt, maar voldoen onbewust, gespannen aan de norm, zonder echt zichzelf te zijn. Het rechtop zitten wordt niet van binnenuit gedragen, maar van buitenaf afgedwongen. In het voelend met jezelf in contact zijn zit voor mij de essentie. Je kunt sleutelen aan je houding wat je wil, maar zo lang het een technisch, functioneel gebeuren blijft schiet het niet op. Je lichaam staat niet los van je; het drukt uit hoe jij je voelt. Je kunt onzekerheid verbergen achter een stoere houding, maar je blijft gespannen en diep van binnen nog steeds onzeker. De weg die haptotherapie gaat is je onzekerheid erkennen, door je angst heen leren voelen, jezelf accepteren inclusief je onzekerheid. Je kunt angsten verwerken waardoor een veel diepere rust en ontspanning ontstaan. Van daaruit groeit een vitaliteit, die uiteindelijk resulteert in een meer zekere houding, van binnenuit. Het duurt dan wat langer om een goede houding op te bouwen, maar dit resultaat blijft, zonder moeite. Vanuit een veilige emotionele basis, gelegen in het bekkengebied, richten we ons natuurlijk en vanzelfsprekend op. (zie mijn eerdere blog over de basis op 27/9/2012) Zekerheid ontstaat uit een zich veilig voelen en geaccepteerd zoals we zijn. Krijg je zo’n basis mee vanuit je jeugd, dan is een goede houding een natuurlijk gegeven. Ontbreekt die goede basis dan compenseren we dat met wilskracht en controle, waarbij we hoog in ons lijf komen te zitten. Met gespannen schouders en nek en een hoge ademhaling. Of we leren meer ontwijken, niet opvallen, en ontwikkelen een slappe, ingezakte houding. Je kunt als je geen goede basis hebt mee gekregen deze wel voeden, uitnodigen en aanspreken. Dat is dus geen technische oefening, maar een contact maken met. Je kunt op je handen zitten of liggen, en daardoor makkelijker gewaarworden wat je in jouw basis voelt. Is je basis stevig, gevuld, stabiel, vitaal, ontspannen, vol vertrouwen? Of voelt je basis wankel, smal, leeg, ver weg, strak? Steun jezelf met je handen en merk dat er spontaan beweging komt in wat je ervaart. Door het contact komt je gevoel in beweging en kan er wat vulling ontstaan, meer rust, meer draagkracht. Optimaal zou dus zijn als je jezelf draagt vanuit die basis, het bekkengebied. Veel mensen steunen als ze zitten zonder leuning, bv. bij mij op de behandelbank, op hun handen. De basis draagt niet voldoende en je compenseert dat met je handen. Laat je handen eens rusten in je schoot en ga echt in het kommetje van je bekken zitten, gebruik voor en achterkant van die kom. Laat alles wat erboven zit, dus je rug, je nek, je hoofd, in die kom zakken. Het is als een blokkentorentje dat zich opstapelt. Je bekken is het grootste, dragende blok, daarboven stapelen zich je wervels, je schedel, alles in balans, met zo min mogelijk spanning en kracht. Dat betekent dat je hoofd niet naar voren hangt, ver voor je bekken, maar boven je bekken rust op je wervelkolom. Andersom kan het ook zijn dat jij je hoofd als het ware ‘boven water houdt’, je kin hoog, los gekoppeld van de rest van je lichaam. Dan zit je te veel in de controle-stand en is het de kunst je hoofd te laten zakken, te verbinden met de rest. Zo voelend aftasten hoe je zit veronderstelt geen beheersing maar juist overgave, loslaten, vertrouwen. Deze gevoelens horen bij een gezonde emotionele basis. Vanuit die overgave en dat vertrouwen richt je jezelf makkelijker op en kun je jezelf aan anderen laten zien. Het gaat niet om slappe ontspanning of gespannen controle, maar om een ontspannen, vitale houding. Vanuit contact met jezelf kun je betrokken zijn op de wereld, en die innerlijke houding wordt ook fysiek zichtbaar als veerkrachtig, aanwezig, levendig, warm. Ik noem dat geen houdingscorrectie, maar mensen helpen steeds meer zichzelf te zijn. Dat voel je van binnen en dat zie je van buiten. Een tijdje terug vroeg een psychotherapeut mij in een overleg: ‘Gaat het om iemand die te veel of te weinig voelt?’ Dat onderscheid had ik nog niet eerder zo bewust gemaakt, maar wellicht kan het behulpzaam zijn bij herkennen wat er op het gevoelsvlak speelt en hoe je ermee om kan leren gaan. Als je hulp zoekt bij een haptotherapeut doe je dat dan omdat je niet goed bij je gevoel kan, te veel in je hoofd zit, geblokkeerd bent, te weinig voelt dus? Of zit je in de tegenovergestelde hoek: je bent te bang, te verdrietig of te boos, de gevoelens overspoelen je en sleuren je mee, je krijgt ze niet hanteerbaar, je voelt te veel. Beide uitersten kunnen baat hebben bij haptotherapie. Er zijn ook mensen die van beide aspecten iets hebben, of heen en weer slingeren tussen te veel en te weinig voelen.
Haptotherapie biedt in het aanraken bij mensen die te veel voelen een ingang die rust kan brengen en kan stabiliseren. Contact via aanraking is heel basaal, we bieden dat baby'tjes heel vanzelfsprekend; we troosten door de baby te wiegen, te knuffelen, bij ons te nemen. Ook als een volwassene van streek is bieden we een schouder, houden we diegene even vast, leggen we een hand op de arm van de ander. Dat brengt rust als de gevoelens te heftig zijn en moeilijk te verwerken. Kleine kinderen nemen we op schoot: we bieden onze veilige basis aan om het kind als het ware een anker te geven onder alle emotie. (Voor meer informatie over de basis, lees mijn blog van 27/09/2012) Het ervaren van een eigen basis onder heftige emoties stabiliseert, geeft draagkracht. Schiet die eigen basis tekort, dan helpt het om steun te krijgen van iemand die niet van streek raakt door onze gevoelens. Door rustige steun te krijgen groeit het vertrouwen dat we er wel weer uit zullen komen; onze eigen basis wordt versterkt. Langzamerhand raken we thuis in hoe we heftige gevoelens kunnen leren dragen en hanteren vanuit onze basis, in plaats van er door overspoeld te worden. Mensen die te veel voelen proberen vaak te verharden, af te sluiten, hun gevoel weg te redeneren. Vanuit de haptotherapie gezien is dat geen goede weg: je onderdrukt gevoel alleen, het verdwijnt niet echt, je krijgt hoogstens andere symptomen en klachten. Belangrijk om te erkennen is dat gevoelens er nooit voor niets zijn, gewoon flauwekul of aanstellerij zijn. Gevoel heeft altijd een reden, een aanleiding. In die zin is de uitdrukking dat je ‘te veel’ voelt misleidend. Je gevoel is op zich niet verkeerd, en kan dus sec gezien eigenlijk niet ‘te veel’ zijn. Wat wel kan is dat het niet past bij de situatie in het nu. Je gevoel reageert te sterk voor wat er nu gebeurt. Eigenlijk horen je sterke gevoelens bij een onverwerkte situatie uit het verleden, soms uit een recent verleden, vaak ook uit je kindertijd. Gevoelens die je toen niet aan kon en hebt weg gestopt, worden nu door een situatie geraakt en spelen op. Het heeft geen zin om opnieuw die gevoelens weg te stoppen; ze zullen steeds opnieuw geraakt worden en aan de oppervlakte komen. Alsnog verwerken heeft wel zin: ‘Kennelijk heb ik nog angst, verdriet en/of boosheid in mij zitten die ruimte, steun en respect nodig hebben’. Gevoelens die je op die manier bewust toe laat, als horend bij een oude situatie, komen tot rust. Voel je te weinig, ben je het natuurlijke contact met jezelf in je lichaam kwijt geraakt, dan is ook dat meestal al in je jeugd gebeurd. Als je ouders bijvoorbeeld zelf niet goed met gevoelens overweg konden, hebben ze jou dat niet mee kunnen geven. Je leert te leven vanuit denken, willen en doen, en vergeet dat gevoel noodzakelijk is voor het maken van goede keuzes, om te weten wat je wil, voor goede relaties en om gelukkig te kunnen zijn. Aanraking kan dan een ingang zijn. Aanraken vanuit contact, gericht op de persoon, kan een opening geven in het voelen. Contact via aanraking is een woordeloze, onbewuste taal, stammend uit onze babytijd. Als je in die tijd niet genoeg goede ervaringen hebt opgedaan is het nog niet zo simpel om een opening te vinden; je bent er te weinig mee bekend. Toch is contact via aanraking zo’n diepe behoefte van mensen dat met geduld, acceptatie en begrip het voelen over het algemeen toch op gang komt. Degene die met te weinig voelen startte komt vervolgens meestal in een fase van te veel voelen: de blokkades openen en wat als kind niet doorleefd en verwerkt kon worden komt eindelijk aan de oppervlakte. Waarna het proces parallel loopt aan dat van iemand die start met te veel voelen. Concluderend stammen de problemen van zowel mensen die te veel als mensen die te weinig voelen uit hun kindertijd. En is de oplossing om met geduld, begrip, steun en liefde een nieuw evenwicht te vinden, waarin voelen voor jou de juiste maat krijgt. Daarin hoort naast verwerken van oude gevoelens ook leren om beter om te gaan met gevoelens in het nu. Wat kan haptotherapie betekenen bij fysieke klachten zoals hoofdpijn? Misschien is het handig om dit uit te leggen aan de hand van een voorbeeld.
Een tijdje terug werd een man naar mijn praktijk verwezen door een revalidatie arts. De man had ernstige nek- en hoofdpijnklachten en er was slijtage geconstateerd in zijn nek. Voor zijn werk moest hij zwaar tillen. Hij had last van spanningshoofdpijn, migraine en clusterhoofdpijn. Clusterhoofdpijn is de meest ernstige vorm van hoofdpijn die er bestaat: het voelt alsof er met een boor in je schedel wordt geboord. Hij gebruikte vrijwel elke dag pijnmedicatie. Daarnaast was hij ook regelmatig duizelig, en had tintelingen en pijn in zijn rechterhand. Een hoop fysieke ellende dus. Misschien lijkt haptotherapie in dit geval niet de aangewezen therapie? Fysieke klachten kunnen echter hun oorsprong hebben in emotionele disbalans. Werken meer fysiek gerichte therapieën niet of keren de klachten snel weer terug dan kan haptotherapie soms uitkomst bieden. Bij deze man bleek dat inderdaad het geval: de hoofdpijnklachten waren al na 5 sessies enorm verminderd. Hij bleek eigenlijk een gevoelsmens te zijn, die daar niet in was gesteund bij het opgroeien. Hij was gaan functioneren op wilskracht, had leren doordouwen en was heel perfectionistisch geworden. Toen er vanuit de haptotherapeutische ingang wel steun kwam voor gevoelens veranderde er veel in hem. In één van de eerste sessies raakte ik zijn rug aan, die voelde sterk aan maar ook stug. Ik zei tegen hem: 'Het lijkt of je niet gewend bent dat het over jou gaat, het voelt als een "werklijf". Mag je ook voelen, ervaren hoe iets voor jou is?' Zijn lichaam verzachtte hierop en hij kreeg meer contact met zijn rug. Toen hij na de sessie de bank af kwam ze ik: 'Als je nou in beweging komt, neem je gevoel dan mee, hou er een lijntje mee.' het was voor hem heel vreemd om te bewegen en te blijven voelen; hij was gewend zijn gevoel uit te schakelen en op wilskracht te doen wat er moest gebeuren. In de sessies ging hij steeds meer voelen, het was alsof er een harnas had gezeten dat langzaamaan verdween. Door het maken van contact namen spanning en pijn af. Begrepen en gesteund worden waren belangrijk; deze man had in zijn jeugd nauwelijks steun gekregen, en wel narigheid mee gemaakt in het gezin waar hij opgroeide. Deel van de therapie was dan ook het verwerken van gevoelens die hij in zijn jeugd weg had moeten stoppen omdat er geen ruimte voor was. Een ander belangrijk aspect was het leren luisteren naar eigen behoeftes en gevoelens, leren begrenzen en op een goede manier assertief zijn. De hoofdpijnen zijn verdwenen. Hij kan nu goed onderscheiden wanneer hij nekpijn krijgt door fysieke overbelasting (dus wanneer de slijtage klachten geeft) en wanneer de klachten een reactie op spanning zijn. We zijn gewend te technisch, mechanisch naar fysieke pijnklachten te kijken, terwijl er zo vaak een gevoelscomponent mee speelt. Mensen zijn in de sessies verrast hoe snel een fysieke pijn soms ineens kan verdwijnen. Nog belangrijker is dat je jezelf beter leert kennen in haptotherapie, en dat de pijnklacht, als hij weer opspeelt, een signaal wordt dat je weer in oud gedrag vervalt, bv. je gevoel afsluit en over je grenzen gaat. Wat de man van de hoofdpijnklachten hier zelf over zegt: 'Het is niet erg dat je af en toe terug valt in je oude gedrag; door haptotherapie leer je ook om (zelf) uit het dalletje te klimmen door naar je lichaam te luisteren. Daarna voel je de trots, de ontspanning van je lijf, dat het je gelukt is. Dat is zo'n raar maar fijn gevoel.' Hopelijk ben je na je vakantie helemaal uitgerust en kan je weer met frisse moed aan de slag. Mocht dat echter niet zo zijn dan is deze blog misschien iets voor jou. Een klacht die ik namelijk regelmatig hoor in mijn praktijk is vermoeidheid. Je bent snel moe of eigenlijk de hele tijd te moe, je bent langdurig moe en in vrije dagen of vakanties kom je niet of niet voldoende bij. Wat is er aan de hand? Hoe werk ik als haptotherapeut met deze klachten?
We kennen allemaal de lekkere vermoeidheid na een lange wandeling of andere fysieke bezigheden. En de vermoeidheid die gepaard gaat met een gevoel van bevrediging als je een lastige klus geklaard hebt. Van die vermoeidheden kun je goed herstellen, op redelijk korte termijn, en deze gevoelens van vermoeidheid voelen niet slecht. Ze ‘kloppen’ met wat we gedaan hebben. Anders is het als de vermoeidheid continue aanwezig is. Het voelt niet meer kloppend en herstellen lukt maar niet. Als haptotherapeut maak ik onderscheid in grofweg drie mogelijkheden, drie manieren die ervoor kunnen zorgen dat je te moe wordt. De eerste is: je bent iemand die te hard werkt, te veel verantwoordelijkheidsgevoel heeft, bezig is met wat de ander verwacht of hoe de ander jou zal beoordelen. Jij stevent als je niet uit kijkt op een burn out af. Je bent alsmaar je best aan het doen en je bent perfectionistisch, waardoor het nooit goed genoeg is. Je gaat continue over je grenzen heen en merkt dat zelf vaak niet eens op. Je bent niet goed in contact met je eigen behoeftes, niet gewend voor jezelf te zorgen of hulp te vragen. Vaak ontstaat dit patroon al in de jeugd; als er in je jeugd weinig ruimte is voor jouw behoeftes en gevoelens leer je er ook niet goed mee om gaan. Haptotherapie helpt je contact te krijgen met jouw behoeftes, en daarnaar te gaan handelen. Dat betekent ook leren nee zeggen, begrenzen. Meer vanuit jezelf vorm geven aan je dag maakt je vitaler, fitter. Weten wanneer je moet stoppen maakt je minder moe. De tweede mogelijkheid is dat je een doener bent die maar niet stil kan zitten. Hier gaat het niet zozeer om de prestatie of verwachtingen van anderen, maar om het feit dat jij je lekker voelt als je maar bezig bent. Je bent geen type van stil zitten, je bent de hele dag actief, rolt ’s avonds in je bed en valt acuut in slaap. Als je wel stil gezet wordt zonder afleiding, dus zitten en jezelf voelen, ervaar je onrust. Om weg te komen van dat gevoel van onrust ren je dan weer naar de volgende activiteit. Wat hier gebeurt is een onbewust weg bewegen van innerlijke gevoelens van onrust. Haptotherapie helpt je stil te staan bij wat die onrust je te vertellen heeft. Zodat je niet alleen door actie met de dingen om kunt gaan, maar ook meer gevoelsmatig kunt reageren en verwerken. Door gevoelsmatig in jezelf af te dalen, meer thuis te raken in je gevoelens en er beter mee om te leren gaan hoef je niet meer weg te rennen van wat zich innerlijk in jou aan dient. De rust en ontspanning die daaruit volgen maken je minder moe. De derde en laatste mogelijkheid die kan leiden tot vermoeidheid is gevoelsmatig op slot zitten, geblokkeerd zijn. Het kan zijn dat je helemaal niet zo veel doet, misschien kom je tot niets omdat je je zo lamlendig voelt. Het kan zijn dat je maalt en piekert, alsmaar ‘in je hoofd zit’, geen vitaliteit ervaart; levenslust, zin hebben in dingen. Misschien zit je vast in wat moet en wat hoort, misschien ziet alles er negatief uit, er zijn veel verschillende uitingen mogelijk als iemand op slot zit. Gevoel hoort te stromen, dat is de natuurlijke neiging van gevoel. Het beweegt. Raken gevoelens geblokkeerd en bewegen ze niet meer, dan verliezen ze hun functie. Kijk naar kleine kinderen, die zijn één en al gevoel. Vallen ze en doen ze zich pijn dan huilen ze, en even later zijn ze alweer blij verder aan het spelen. Gevoelens wisselen vlot en natuurlijk bij kleine kinderen. Als het aanbod dat je als kind krijgt niet goed is afgestemd op je gevoelens kunnen ze gaan blokkeren. Op een gegeven moment loop je hierin vast. Geblokkeerd gevoel voelt zwaar, moe, onaangenaam. Haptotherapie helpt je deblokkeren, verwerken, en open blijven voor je gevoelens. Vermoeidheid verdwijnt als je gevoel weer stroomt. Natuurlijk is haptotherapeutische begeleiding voor iedereen persoonlijk en uniek. In het contact in de begeleiding wordt duidelijk welke factoren voor jou spelen in je vermoeidheidsklachten, en hoe jij daarvan kan herstellen. ![]() Herken je dat je soms van die onrealistische, negatieve gedachtes kan hebben? Die gedachtes kunnen over jezelf gaan, bv.: ‘Dit lukt me nooit, ik stel niet echt wat voor, anderen zijn beter dan ik’. Of ze gaan over omstandigheden of reacties van anderen die je verwacht, bv.: ‘Als ik dit doe, zal er vast van alles mis gaan’, of: ‘Als ik nu een grens aangeef wordt de ander vast boos en haakt af’. Er zijn therapieën die stellen dat je moet leren zien dat je gedachtes te negatief en niet reëel zijn, en dat je ze moet leren bijstellen, bv. RET: rationeel emotieve therapie. Deze aanpak stelt dat je door je negatieve gedachtes je onnodig naar gaat voelen. Gedachtes leiden tot emoties, verander je gedachtes en je voelt je beter. Een andere, meer spirituele benadering is die van de positieve affirmaties: je creëert met je gedachtes je omstandigheden. Denk positief, en je ervaring zal positief zijn. Nu geloof ik zeker dat het zinnig is om te zien dat gedachtes soms niet reëel zijn, en dat het goed is je dan niet door zulke gedachtes te laten leiden. En soms helpt het om je te richten op wat je wel wilt, i.p.v. op waar je bang voor bent. Vaak is het echter niet zo simpel. Je kunt je wel op iets positiefs richten, maar het angstige of negatieve gevoel verdwijnt niet zo maar, of steekt snel de kop weer op. Dus wat was er nu eerst? De negatieve gedachte, of het negatieve gevoel? Waar moet je starten om echt iets te kunnen veranderen in jezelf? Vanuit de haptonomische inzichten zeggen we dat het gevoel er eerst is. We worden als voelers geboren en tot denkers gemaakt. Baby’s voelen en ervaren, ze denken nog niet zoals volwassenen of oudere kinderen dat kunnen. Vanuit de ervaring en het gevoel groeit bij kinderen het denken; het gevoel is er eerst. Heb je als volwassene de neiging tot negatieve gedachtes dan ligt de basis daarvoor in principe in eerdere negatieve ervaringen, vaak ervaringen die je als jong kind hebt opgedaan. Hebben we als kind negatieve ervaringen waarbij we geen hulp en steun krijgen van onze ouders, dan worden de opgeroepen negatieve gevoelens onderdrukt; een kind kan niet alleen zulke gevoelens verwerken. Onverwerkte gevoelens steken later in je leven weer de kop op, en leiden tot negatieve gedachtes. We snappen dan niet waarom we zo negatief reageren, vinden dat we ons aanstellen, overdrijven, moeilijk doen etc. Erkennen van de negatieve gevoelens als wél reëel, alleen stammend uit een verleden waarin je die gevoelens niet hebt kunnen verwerken, helpt enorm. Gevoelens hoeven niet meer onderdrukt of weg geredeneerd, ze krijgen een plek; de verwerking kan alsnog plaats vinden. En onze gedachtes volgen; we kennen nu de realiteit van het nu én van ons verleden. Zo kun je mild kijken naar eventuele onlogische reacties en gevoelens in het nu, en er beter mee om leren gaan. Je hoeft jezelf niet streng aan te pakken, maar kunt alles in jezelf beter hanteren. Haptotherapie is een bevestigende therapie: er is niets mis met je en je moet niets; elk gevoel heeft een reden, een achtergrond, leer die kennen en begrijpen, leer je gevoelens respecteren en hanteren en je vindt evenwicht, je voelt je compleet. Je denken zal volgen en tot rust komen. ![]() Heb je gisteren de finale gezien van MasterChef New Zealand? Ik kijk in dit soort programma’s vooral naar hoe de deelnemers met de stress van een wedstrijd omgaan. Zo’n wedstrijd waar veel op het spel staat; de deelnemers volgen hun hartenwens en hopen hun leven daarmee totaal te veranderen. Hoe gaan ze om met hun gevoelens, hoe staan ze in het leven? Mooi om te volgen. En interessant; wat werkt? Wat helpt bij het verwezenlijken van je wensen, als je echt vanuit je hart iets heel graag wil? Zo zag ik bij ‘So you think you can dance’ regelmatig deelnemers afvallen die zich te zelfverzekerd, arrogant opstelden. Ze liepen allemaal tegen de lamp. Wat werkt dan wel, wat is een winnende instelling? Deze finale van MasterChef werd gewonnen door de 24 jarige Nadia Lim. Toen ze bij de laatste drie behoorde zagen de andere twee deelnemers niet haar maar elkaar als hun grootste concurrent. Jax en Stu waren emotioneel stabiele deelnemers die heel goede resultaten hadden behaald. Nadia leek instabieler; ze huilde vaak, leek sneller van slag. Na het winnen van Master Chef zei één van de (mannelijke) juryleden tegen haar; ‘je hebt vaak gehuild, maar ik denk dat je van binnen net zo sterk bent als ik’. Impliciet zei hij hiermee dat huilen zwak is. Is dit een erfenis van onze mannelijke, westerse cultuur, die beheersing en controle als krachtig ziet, en emoties uiten als zwak? Het blijkt dat Nadia al op haar twaalfde jaar wist dat ze met eten wilde gaan werken. Op haar 19e wist ze dat ze een kookprogramma wilde hebben en een kookboek schrijven. Ze werd diëtiste en deed mee aan MasterChef. In het programma liet ze een eigenzinnigheid zien, waarbij ze soms tegen de adviezen van de juryleden in ging. Ook bij de laatste uitdaging in de finale koos ze ervoor om haar macarontoren goed in te smeren (de laag waarop de macarons bevestigd moesten worden), terwijl één van de juryleden haar met klem adviseerde om te starten met het bevestigen van de macarons op de toren. De toren van Jax, die eerder gestart was met het bevestigen van de macarons, stortte vlak nadat hij klaar was in. Die van Nadia was nét op tijd klaar, was prachtig en bleef intact. Nadia zegt zelf: ‘Ik heb in MasterChef geleerd mijn instincten te vertrouwen’. Ze volgde haar eigen gevoelsimpulsen en won MasterChef! Nadia was ook heel creatief, je zag haar regelmatig in het programma tijdens een opdracht weer nieuwe ideeën krijgen, die ze vaak onder tijdsdruk net op tijd kon realiseren. Die druk leidde dan wel tot emoties, maar Nadia liet zich niet weerhouden om haar ideeën en wensen te realiseren. Mijn indrukken zijn: dat gevoeligheid een link lijkt te hebben met inspiratie en visie. Dat emoties geen zwakheid zijn maar een uiting van openheid en betrokkenheid, en dus geraakt kunnen worden. Dat open staan voor je gevoelens kan leiden tot authentiek, oprecht, origineel en wezenlijk in het leven staan. En dat die houding (naast een gezonde dosis talent en doorzettingsvermogen) een recept lijkt voor geluk en succes! Laat haptotherapie je nu net helpen je authenticiteit en gevoeligheid te ontwikkelen… ![]() Vandaag sloot ik een sessie af met een jonge vrouw, die te veel in haar hoofd zit. We zijn net begonnen met de haptotherapie. Ze zei: ‘ik ga de komende tijd opletten…’ Waar ze precies op ging letten doet nu niet ter zake. Het punt was dat ze haar denk- en wilskracht ging inzetten omdat ze thuis verder wilde komen met waar we in de sessies mee bezig waren; namelijk voelen, meer contact met zichzelf krijgen. Ze wilde er zelf actief mee bezig zijn, ze geeft zichzelf altijd 120 %, in alles. Ze had, zou je kunnen zeggen; goede voornemens. Ik zei: ‘doe dat nou niet. Je richt je dan ergens op vanuit je hoofd, je geeft je hoofd weer de leiding, je focust je op iets specifieks en wie weet wat je allemaal mist.’ Hoe kun je jezelf leren kennen als je te snel een richting bepaalt, op bepaalde dingen gaat letten en een bepaalde kant uit wilt? Zou je je niet eens laten verrassen, kijken welk kwartje gaat vallen uit de sessie? Kijken wat je spontaan bij jezelf bemerkt? Open mogen kijken, voelen, ervaren? Niet meteen hoeven weten, snappen, kunnen? Kijken hoe je reageert, hoe gevoelens en reacties bij je werken, en er niet meteen iets mee hoeven, niet meteen willen analyseren en oplossen? Bij nieuwe cliënten is het in het begin vaak een klus om niet te hard je best te doen. Ze raken ervan in de war dat er bij het voelen geen houvast is, in hoe je dat moet ‘doen’. Voelen ‘doe’ je niet, het ‘ìs’ er gewoon. Je kunt het niet regelen met je wil, je hebt er geen controle over met je ratio. Oké, je kunt met gevoelens manipuleren en je kunt ze onderdrukken, maar op de lange termijn werkt dat niet heel goed. Gevoelens ‘merk’ je, als je je er voor open stelt. Ze doen iets met je, als je je laat raken. Gevoelens gaan over je beleving, hoe iets voor jou is. En ze zitten in je lijf, niet in je hoofd. Gevoelens hebben hun eigen logica, hun eigen natuurlijke manier van reageren. Die kun je leren kennen. En dat helpt dan weer om beter met je gevoel om te leren gaan. Zo blijkt dat gevoelens altijd bewegen, tenminste als je er niet tussen gaat zitten met je denken of willen. Bij kleine kinderen kun je nog zien hoe snel hun evenwicht zich kan herstellen als je ze even troost en steunt in hun gevoelens. Ze bewegen heel vlot van bv. verdriet en boosheid terug naar blijdschap. Bij veel volwassenen is die natuurlijke gevoelsbeweging door allerlei redenen zoek geraakt of vast komen te zitten. De oplossing is dan niet heel erg je best gaan doen om meer te voelen. Of heel erg op te gaan letten wat je nu eigenlijk voelt. Integendeel, je gaat daar juist minder van voelen; je zit ertussen met je hoofd en je wil. Een beetje lastig is dat we wel allemaal min of meer zo opgevoed worden in onze maatschappij: doe je best, let op, even doorzetten, niet aanstellen, je moet dit en je mag niet dat. Je wordt beloond op kennis en prestatie, op goed gedrag. We leren aanpassen, aardig doen, flink zijn, we leren moeten, kunnen, willen, vinden, oordelen, volhouden en ga zo maar door. Is er net zo veel aandacht, steun en waardering voor bijvoorbeeld mogen, ervaren, beleven, loslaten, kwetsbaarheid, bewustzijn, verbinding, verwondering, open staan, geraakt worden, erkennen, accepteren, nabij zijn, verontwaardiging, respect, vrijheid, aanspreken, spontaniteit, authentiek zijn? En waar word je nou het meest gelukkig van? Dus voor de –grote- groep mensen onder ons die zich altijd maximaal inzetten: heb jij al goede voornemens voor 2014? Is er van alles wat je eigenlijk moet van jezelf, en waar je je wilskracht op gaat zetten, of mag je van jezelf groeien in verwondering, openheid, acceptatie en verbinding? Moet je 120 % geven, of mag je meer loslaten en kijken wat er ontstaat, als je niet zo hard je best hoeft te doen, als je mag zijn wie je bent? ![]() Ik ga me nu op glad ijs begeven want eigenlijk wil ik nooit uitspraken doen over waar in je lichaam wat zit. Ik kan bv. niet zomaar stellen: als je rechterschouder blokkeert houd je woede vast en links in je borstkas zit opgeslagen verdriet. Je zal altijd moeten voelen en ervaren hoe iets bij jou specifiek zit, want het voelen werkt eindeloos genuanceerd en bij ieder mens toch weer anders. Dit gezegd hebbende, ga ik me toch wagen aan uitspraken over het verschil tussen de linker en de rechterkant van je lichaam. In de praktijk lijkt er n.l. toch verschil te zijn tussen die twee kanten, in hoe ze gevoelsmatig functioneren. Ik vergelijk het altijd met yin en yang; de linkerkant van ons lichaam is dan meer yin, de rechterkant meer yang. De kwaliteiten die horen bij de yin of vrouwelijke kant, zijn o.a.: naar binnen richten, ontvangen, opladen, zijn. Bij de yang of mannelijke kant hoort o.a.: naar buiten richten, onszelf kenbaar maken, actief zijn, doen. Wat kun je hier nu mee? Het kan een hulpje zijn om jezelf iets af te vragen. Veel mensen hebben n.l. meerdere klachten aan één kant van hun lichaam. Bijvoorbeeld je rechter kuit verkrampt sneller en je hebt last van je rechterschouder. Bij het aanraken op de bank lijkt de hele rechterkant strakker te voelen en als het ware hoger te liggen. Wat kan er dan aan de hand zijn? Mensen zijn gewend technisch/mechanisch te denken en verklaren hun klachten al snel door te zeggen; ik heb te veel gedaan, te hard gefietst etc. Maar fietsen doe je toch met twee benen? Waarom reageert alleen die rechter kuit? Dat zou je kunnen verklaren door te zeggen; als de rechterkant van je lichaam, je yang kant, gevoelsmatig uit balans is, ontwikkel je daar eerder klachten. Het zou in dit geval zo kunnen zijn dat je jezelf te veel forceert op wilskracht. Je bent te veel naar buiten gericht, werkt te hard, gaat te lang door, vindt dat je alles moet kunnen, en veronachtzaamt de linkerkant, die staat voor ontvangen, opladen en herstellen. Je rechterkant raakt gespannen, waardoor je rechter kuit, die toch al gespannen is, eerder pijn gaat doen bij een fysieke belasting, zoals fietsen. Je kunt ook links symptomen verwachten, bijvoorbeeld dat de linkerkant leeg en niet vitaal aan voelt, omdat je de yin kwaliteiten niet aan spreekt. Als je lekker bezig bent en je geïnspireerd voelt functioneert je rechterkant heel anders; je bouwt geen spanning op. Geef je ook rust en opladen een kans dan voelt je linkerkant gevuld. Is er een aanhoudende of terug kerende klacht aan één kant van je lichaam dan kun je je dus af vragen of je in yin en/of yang kwaliteiten de balans kwijt bent geraakt. Een emotie die samen hangt met de yang kwaliteiten is boosheid; boosheid is in zijn oorspronkelijke, gezonde vorm naar buiten gericht. De naar buiten gerichte boosheid komt op voor het behoud van lijf en leden, of voor wat van waarde is. In onze maatschappij is het uiten van boosheid vaak ‘not done’, en velen hebben dit niet goed geleerd. Je slikt je boosheid in en blijft er mee zitten; je lichaam blokkeert, vaak dus aan de rechterkant. Niet geuite boosheid blijkt zich regelmatig vast te zetten in de rechterkant van je nek en kaak, en in je rechterschouder. Verdriet is een emotie die meer bij de yin kwaliteiten past; verdriet is meer naar binnen gericht, je hebt eerder de behoefte om je terug te trekken als je verdrietig bent, ook zoek je vaak steun. Maak je geen ruimte voor het ervaren en laten stromen van verdrietige gevoelens dan zou je lichaam eerder aan de linkerkant kunnen blokkeren, vaak in de hartstreek. Zowel bij boosheid als bij verdriet kan het beleven en uiten van gevoel geremd worden door angst. Angst kan maken dat je je inhoudt en verkrampt, of soms ook dat je weg blijft bij gevoelens en verhardt of leeg wordt. Een deel van je lichaam kan dan ver weg voelen, het hoort er niet meer zo bij. Toelaten en bewust ervaren van angst is dan ook vaak een eerste opstap naar opening van alle gevoelens. Angst kom je dus zowel links als rechts tegen. Voor mensen die hun yang kant beter hebben ontwikkeld is het soms lastiger om naar binnen te keren, rust te nemen, deze mensen voelen zich het best bij een actieve houding, en kunnen kwetsbaarheid en afhankelijkheid vermijden. Anderen die meer gericht zijn op hun yin kant kunnen meer moeite hebben om zich in de wereld te laten zien, ze keren makkelijker naar binnen en hebben eerder de neiging tot het vermijden van conflicten en het aangeven van grenzen. Tot slot: deze tekst geeft een aantal mogelijkheden slechts in grote lijnen aan en het blijft van groot belang om altijd in het moment te blijven voelen wat er aan de hand is, wat je lichaam je via symptomen of klachten vertelt. Soms voel je verdriet bv. gewoon aan de rechterkant, en dat is natuurlijk prima! Raak thuis in de taal van je eigen lichaam zodat je sneller de balans kunt herstellen. |
Een andere kijk op voelen.
Op deze plek kun je meer lezen over mijn visie en werkwijze. Na ruim 20 jaar werken als haptotherapeut heb ik een eigen benadering ontwikkeld. Hierbij nodig ik je uit om mee te gaan in een andere kijk op voelen. Reacties welkom! Archief
May 2023
|